
Category Archives: Dierentuin
Uitnodiging Boekpresentie Dierzaamheid

Datum: woensdag 8 juni vanaf 17.00 uur
Locatie: BuzzHouse, Vendelstraat 7, 1012 XX Amsterdam
Graag vooraf aanmelden: n.slot-slokker@houseofanimals.nl
Dierzaamheid beschrijft het leven van huisdieren, gehouden dieren en wilde dieren in Nederland. De titel staat voor het idee dat in een samenleving alleen echt ecologische duurzaamheid kan zijn als dat hand in hand gaat met dierenwelzijn. Het boek bevat een zestien essays over alle sectoren en domeinen waar mens en dier in ons land samenleven (van huisdieren via de veehouderij tot dierentuinen, van wilde dieren via proefdieren tot dierenrechten), steeds geschreven door een autoriteit op dat terrein, en voorzien van tips voor een dierinclusieve samenleving.
De feestelijke presentatie van het boek vindt plaats op woensdag 8 juni van 17.00 in het BuzzHouse in Amsterdam, dat te vinden is op het Binnengasthuis-terrein van de Universiteit van Amsterdam. Tussen 17.30 uur en 18.15 uur spreker achtereenvolgens Erno Eskens, de uitgever, en de samenstellers – Pim Martens, Maarten Reesink en Karen Soeters. Elk van de sprekers zal een vlammend statement maken over dierzaamheid. Daarna is het tijd om die lancering met hapjes en drankjes te vieren.
Over het boek
Dierzaamheid beschrijft het leven van huisdieren, gehouden dieren en wilde dieren in Nederland. Er blijkt veel te verbeteren. Maar het is mogelijk: duurzaam samenleven met dieren, zonder uitbuiting en milieuvernietiging. De auteurs introduceren het begrip ‘dierzaamheid’. We worden ‘dierzaam’ door zorgzamer om te gaan met onze huisdieren, dierentuinen te hervormen, de oude strijd tegen het zogenaamde ‘ongedierte’ te stoppen en door op een milieuvriendelijke wijze gezonder vee te houden. Het verbeteren van de (rechts)positie van het dier blijkt niet alleen van belang voor de kwetsbare dieren, maar ook voor het milieu en dus voor onze eigen gezondheid. Met tips voor een dierinclusieve samenleving.
Met bijdragen van: Leonie Cornips, Marco van Duijn, Frank van Eerdenburg, Lenny van Erp, Monique Janssens, Marjo van Koppen, Diederik van Liere, Pim Martens, André Menache, Nynke Osinga, Maarten Reesink, Esteban Rivas, Servé Smeets, Karen Soeters, Bert Theunissen en Frank Zanderink
€ 24,90, samenstelling Pim Martens, Maarten Reesink, Karen Soeters, paperback, 288 pagina’s, uitgeverij Noordboek.
Je kunt ons boek nu kopen bij je lokale boekhandel of online via bijvoorbeeld deze link.
Nieuw boek: Dierzaamheid

Als er vandaag de dag één modewoord is dat voortdurend overal opduikt is dat wel ‘duurzaamheid’. Bladen staan er vol mee, de media hebben het er steeds over, producten in commercials hebben ’t allemaal. Dat lijkt op het eerste oog goed nieuws voor wie hart heeft voor het welzijn van de levende natuur op onze planeet op de langere termijn. Maar het beeld blijkt iets te rooskleurig. Want niet alleen lokale groenten, afvalscheiding of reizen met de trein zijn duurzaam, we kunnen inmiddels ook duurzaam snoep eten en duurzaam plastic gebruiken. Zelfs fossiele bedrijven afficheren zich (bewust natuurlijk) als duurzaam. Daarnaast blijken nu ook bepaalde wetenschappen duurzaam, net als gemeenten, boeken, locaties en kleding. Je kunt zelfs duurzaam rijden in een nieuwe SUV. Zo wordt ons verteld.
De serieuzere betogen dat we duurzaamheid in de praktijk moeten brengen. Het gaat dan bijvoorbeeld over het in stand houden van ons ‘milieu’, het tegengaan van vervuiling, het waar mogelijk herstellen of vergroenen van onze ‘natuur’ en het verkleinen van onze ‘ecologische’ voetafdruk. Dat alles vanuit het idee dat door ons mensen veroorzaakte ontwikkelingen als klimaatverandering ons welzijn en misschien zelfs ons voortbestaan op termijn in gevaar brengen. Groei is prima (want welvaart zonder groei bestaat niet, toch?), zo gaat dan vaak deze redenering, mits het maar ‘groene groei’ is, bij voorkeur aangedreven door technologische innovatie. En o ja, als het kan ook nog met enig oog voor de rest van de levende natuur, inclusief de andere dieren. Het uitgangspunt van dit boek is juist dat andere dieren, hun welzijn en hun relatie met ons mensen geen voetnoot is in het streven naar duurzaamheid, maar een essentieel onderdeel ervan. En dat niet alleen om ecologische, maar bijvoorbeeld ook om ethische redenen. In plannen voor een meer duurzame samenleving hebben dieren vooralsnog echter niet of nauwelijks een rol gespeeld.
We kunnen echter met een andere blik, een nieuw perspectief naar dieren, natuur en milieu kijken. Dat is wat we in dit boek ‘dierzaam’ hebben genoemd. Dat woord is misschien nieuw, maar wie goed kijkt ziet dat het idee al vorm begint te krijgen in allerlei ideeën en initiatieven. We hopen dat dit boek eraan bijdraagt dat dat er snel nog heel veel meer zullen worden.We worden ‘dierzaam’ door zorgzamer om te gaan met onze huisdieren, dierentuinen te hervormen, de oude strijd tegen het zogenaamde ‘ongedierte’ te stoppen en door op een milieuvriendelijke wijze gezonder vee te houden. Het verbeteren van de (rechts)positie van het dier blijkt niet alleen van belang voor de kwetsbare dieren, maar ook voor het milieu en dus voor onze eigen gezondheid. Met tips voor een dierinclusieve samenleving.
Met dank aan Maarten Reesink en Karen Soeters en iedereen die aan het boek heeft bijgedragen.
Wat moeten dierentuinen doen om te overleven?
Interview en uitzending door EenVandaag:
Uitzending EenVandaag 24-7-2020
Het is een nachtmerriescenario, maar het kan zomaar gebeuren: dierentuinen die door de coronacrisis moeten sluiten. Want 27 van de ruim 30 dierentuinen in Nederland hebben het financieel erg zwaar, zegt de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen.
Mocht het misgaan, dan heeft dat gevolgen voor een groot aantal dieren. “In totaal hebben we het over zo’n 1000 diersoorten en 100.000 dieren in Nederlandse dierentuinen”, zegt Lisette de Ruigh van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD). En daarom hebben ze bij het ministerie van Landbouw aangeklopt voor een noodpakket van 110 miljoen euro. Want door de lockdown en de bijhorende maatregelen leiden de dierentuinen een gezamenlijk verlies van 150 miljoen euro.
De noodklok luiden
Zware tijden voor Diergaarde Blijdorp. Financieel gaat het door corona erg slecht. Het Rotterdamse park is niet alleen: bijna alle dierentuinen in ons land staan op omvallen. Directeur Erik Zevenbergen doet wat hij kan, maar weet niet of het genoeg is.
Zoo Veldhoven luidde de noodklok al eerder. “Als dierenpark ben je afhankelijk van het hoogseizoen”, vertelt eigenaar Richard Loomans. “Juist dan moet je namelijk je inkomsten halen voor de rest van het jaar.” Het besluit van de overheid om dierenparken te sluiten kwam dan ook als een donderslag bij heldere hemel. “Het is makkelijk gezegd, maar al onze rekeningen moeten in die weken wel betaald worden.”
Invloed van corona
De dierentuinen die de impact van corona het snelst merken, zijn de dierentuinen zonder winstoogmerk, oftewel de stichtingen. “Elke euro die wordt verdiend wordt weer terug in het park gestopt”, vertelt Lisette de Ruigh. Deze parken hebben nauwelijks reserves, denk bijvoorbeeld aan Diergaarde Blijdorp in Rotterdam.
En Blijdorp is niet de enige. Ook Apenheul, Wildlands Zoo en Ouwehands dierenpark vertelden dit jaar ook te maken te hebben met een miljoenenverlies en maken zich daarom grote zorgen over de toekomst van hun park. Een woordvoerder van Apenheul vertelt dat zij maar maar 60 procent van de normale omzet draaien. “Dat is een verlies van 3 tot 4 miljoen dit jaar.”
Meer dan een dagje uit
Sinds Richard Loomans de papegaaienopvang in Veldhoven zeven jaar geleden overnam na een faillissement heeft hij er veel tijd en geld gestopt. Hij wist toen nog niet dat hij jaren later wéér in een crisissituatie terecht zou komen. “We hebben nieuwe volières gebouwd, maar ook andere dieren verwelkomt en van de papegaaienopvang een volwaardige zoo gemaakt.”
Pim Martens, hoogleraar duurzame mens-dierrelaties, kan goed begrijpen dat veel parken zich gaan heroriënteren. “Al helemaal na zo’n crisis”, zegt hij hierover. Naast een leuk dagje uit hebben ze bijvoorbeeld ook een voorlichtingsfunctie, zorgen ze voor educatie, streven ze naar behoud van diersoorten en doen ze wetenschappelijk onderzoek. “Maar sommige dierentuinen hebben ook een commerciële insteek. Dat kan wel eens op gespannen voet staan.”
Te veel amusement
“Het businessmodel van een dierentuin is vandaag de dag ontzettend moeilijk,” vertelt Martens. “Er moet een adventure- of dinopark bij om winstgevend te zijn en te kunnen rondkomen. Daardoor wordt een dierentuin te veel amusement, dat zou niet het hoofddoel moeten zijn.”
Volgens Lisette de Ruigh is dat hoofddoel nog altijd mensen bewust maken, inspireren en stimuleren om zorgen voor de natuur te hebben. In dierentuinen word je namelijk ondergedompeld in de natuur. “Mensen kunnen zich bewust worden van hun eigen rol in deze wereld. Wij dragen gewoon bij aan het behoud van natuur.”
Spagaat
Een dierentuin belandt daardoor al gauw in een soort spagaat. Dieren in een klein hokje zorgen er wél voor dat er onderzoek gedaan kan worden en zo dieren in het wild te kunnen helpen. Een zo goed mogelijke situatie voor het dier met zoveel mogelijk ruimte is vaak het doel. “Maar geef je ze te veel ruimte, dan ziet de bezoeker geen enkel dier meer,” merkt Martens op. “Terwijl je juist zoveel mogelijk bezoekers wil trekken, om die inkomsten vervolgens weer aan het dier te kunnen besteden.”
“Je wilt aan voorlichting doen, dat kost geld. Maar je wilt ook de dieren optimaal verzorgen”, zegt Martens. “Al die spanningen zijn er in elke dierentuin.”
Weinig compensatie
“Van de overheid krijgen we weinig compensatie”, zegt Loomans van Zoo Veldhoven. “Eenmalig 4000 euro voor een heel park. Als kleine zelfstandige, kan je daar wel 2 maanden van vooruit. Maar met een dierentuin en 25 man personeel, kunnen we onze dieren net een week voeren.”
In Nederland zijn 65 dierentuinvergunningen. Naast instellingen die dieren opvangen zoals Stichting Aap, zijn er ongeveer 30 échte dierenparken. “70 procent hiervan heeft echt flinke verliezen geleden”, laat de NVD weten. “Zonder overheidshulp gaan we het gewoon niet redden.”
Kantoorpersoneel knipt de kaartjes
De grote dierentuinen zijn 365 dagen per jaar open. “Maar vanaf april nemen ze personeel in dienst en begint het seizoen écht. Nu moesten de dierentuinen half maart dicht, terwijl de contracten met het personeel al waren afgesloten. De helft van de mensen was ineens niet meer nodig.”
“Omdat het eerste steunpakket van de overheid is gebaseerd op de maand maart, de maand waarin je nog minder mensen in dienst hebt, ontvang je uiteindelijk ook minder dan je eigenlijk nodig hebt.” Om zoveel mogelijk personeelskosten te besparen wordt in Blijdorp nu kantoorpersoneel ingezet om kaartjes te knippen.
Seizoensgebonden bedrijven
Voor een tweede steunpakket is als basis de gemiddelde omzet over 2019 genomen, vertelt De Ruigh. Oftewel de zomer- en wintermaanden verdelen over 12 maanden.
Het tweede steunpakket geldt voor de maanden juni, juli en augustus, de topmaanden, die zelfs met een dagbezetting van maximaal 40 procent van de capaciteit, een hogere maandomzet geven dan de gemiddelde omzet per maand in 2019. Hierdoor krijgen seizoensgebonden bedrijven, zoals dierentuinen bijna geen subsidie.
Gevolgen
Waar de bezoekersaantallen laag blijven, gaat de zorg voor de dieren wel door. Voor de dieren is het een ramp dat dierenparken in zwaar weer zitten. “Als dit echt lang blijft duren, ben ik bang dat de kosten gepaard gaan met het verzorgen van de dieren”, vertelt Martens. Ook Loomans van Zoo Veldhoven maakt zich zorgen. “Als de papegaaien moeten worden losgelaten hebben ze geen enkele kans om te overleven.”
In het najaar wordt duidelijk welk welke parken het eerst de nasleep van het virus gaan merken. De ministeries van Landbouw en Economische Zaken zijn op de hoogte van de situatie bij Nederlandse dierentuinen. Afgesproken is dat er op korte termijn een gesprek is met de dierentuinen, waarbij alle hierbij betrokken partijen worden uitgenodigd. De schade van de crisis blijft volgens De Ruigh nog een langere tijd zichtbaar. “Het gaat nog jaren duren om hiervan te herstellen.”
arbij alle hierbij betrokken partijen worden uitgenodigd. De schade van de crisis blijft volgens De Ruigh nog een langere tijd zichtbaar. “Het gaat nog jaren duren om hiervan te herstellen.”
Het dierentuin dilemma
Zie ook Opinie pagina Trouw, 1 april
Afgelopen maand heeft de dierentuin van Kopenhagen Marius de giraf gedood en aan de leeuwen gevoerd. Nu doodde het een gezin van vier leeuwen omdat er een nieuwe mannelijke leeuw arriveerde. De Deense dierentuin zegt dat er geen keuze was- de twee oude leeuwen verloren hun plaats in de hiërarchie, de kleintjes zouden zijn opgegeten door nieuwkomer, een nieuw onderkomen was niet voorhanden. Dit soort berichten stelt opnieuw de rol van dierentuinen ter discussie.
De afgelopen eeuwen hebben dierentuinen gevarieerde rollen gespeeld in de samenleving: zij zijn geëvolueerd van verzamelaars van dieren tot wetenschapscentra , van recreatieve attracties tot pleitbezorgers voor het behoud van diersoorten. De laatste jaren hebben moderne dierentuinen ook een nieuwe rol op zich genomen, die van pleitbezorgers van duurzame ontwikkeling. Zo is er in de laatste halve eeuw een wereldwijde dierentuinen gemeenschap ontstaan die natuur- en biodiversiteitbehoud probeert te ondersteunen door in-situ en ex-situ kweekprojecten, die bezoekers tracht te verbinden met de natuur en dieren, en die het ons ecologisch bewustzijn door middel van educatieve boodschappen probeert te simuleren.
Ondanks deze ontwikkelingen blijft de vraag wat de ’raison d’ être‘ van de hedendaagse dierentuin zou moeten zijn? Met toenemende aandacht voor internationale biodiversiteitsvraagstukken proberen Westerse dierentuinen een rol in de bescherming van (beschermde) diersoorten te vinden, direct of indirect via hun educatieve programma’s.
Maar er is nauwelijks of geen bewijs dat dierentuinen een essentiële rol vervullen in het behoud van diersoorten en blijkt het educatieve vermogen vooral beperkt tot een selecte groep mensen. In zijn roman ‘Zoo Story; Life in the Garden of Captives’, beschrijft journalist en auteur French dat het bestaan van dierentuinen onze gemeende dominantie en heerschappij ten aanzien van andere diersoorten bevestigt. Hier tegenover staan de opvatting dat de dierentuin een plek is om mensen te verbinden met de natuur.
Het blijft natuurlijk lastig. Dierentuinen zijn commerciële ondernemingen gericht op het entertainen van een veeleisend publiek. Tegelijkertijd moeten zij tijd en geld besteden voor natuurbehoud. Verder willen bezoekers de dieren liefst van dichtbij zien, maar de dier-bezoeker interacties zijn niet altijd optimaal voor het welzijn van de dieren. Zo verandert dierenpark Emmen van naam en heet voortaan Wildlands Adventure Zoo Emmen. De nieuwe naam moet duidelijk maken dat het park meer is dan een gewone dierentuin: “een expeditie, een avontuur in een wereld vol spannende verhalen”. Maar laten we eerlijk zijn, als dierentuinen niet het publiek maar de dieren centraal zouden stellen, zouden zij er heel anders uitzien. Tegenstrijdige doelen dus.
Hoe kunnen dierentuinen het beschermen van soorten beter verenigen met het beschermen van het leven en de levenskwaliteit van individuele dieren? Het feit dat dierentuinen van vandaag hun rol actief moeten verdedigen, en zo’n actie van de dierentuin van Kopenhagen, laat al zien dat er ergens iets fout zit. Huidige dierentuinen zouden meer de rol van opvangcentra moeten vervullen voor (beschermde) dieren in nood die later terug in de natuur geplaatst kunnen worden – niet als pretpark waar ook nog dieren in rond lopen. Zoals de beroemdste dierentuin eigenaar van Groot-Brittannië, Damian Aspinall, onlangs zei: “We moeten dierentuinen de komende 20-30 jaar afbouwen en omvormen. Het is verkeerd om levende wezens levenslang gevangen te houden zonder uitzicht op vrijlating. En met de kans om gedood te worden” .
De 4 eerder genoemde leeuwen zijn niet de enigen. Zo vertelde een woordvoerder van de European Association of Zoos and Aquaria onlangs aan CNN dat in Europese dierentuinen elk jaar ongeveer 3.000 tot 5.000 dieren – uit ‘populatie management’ overwegingen – worden gedood. Dit stimuleert mijn ecologisch bewustzijn niet.
Pim Martens (met dank aan Floortje Mennen en Carijn Beumer)