Category Archives: Gezondheid

Niet zo STOER

Klimaatverandering heeft al jarenlang aandacht als gezondheidsbedreiging, en opnieuw waarschuwt het RIVM dat nieuwe ziekten, langere allergieseizoenen en mentale stress nu al zichtbare gevolgen hebben in Nederland. Ondanks deze dreiging lijken onze huidige beleidsmakers geen oog te hebben dat natuurlijke oplossingen ons niet in de weg staan, maar juist kunnen helpen.

Bouwers van nieuwbouwwoningen hoeven niet te voorzien in onderkomens voor huismussen, gierzwaluwen of vleermuizen, zegt woonminister Mona Keijzer. Het schrappen van eisen om kasten te plaatsen voor beschermde diersoorten als onderdeel van het programma STOER (Schrappen van Tegenstrijdige of Overbodige Eisen en Regelgeving)) benadrukt deze tegenstrijdigheid in het beleid. Enerzijds erkennen we de gezondheidsgevaren van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies, terwijl we anderzijds stappen ondernemen die deze problemen verergeren.

Een treffend voorbeeld hiervan is de rol van vleermuizen. Deze dieren spelen een cruciale rol in het ecosysteem en de volksgezondheid door per vleermuis per nacht duizenden insecten, zoals motten, vliegen en muggen, te consumeren. Door vleermuizen weg te pesten, ontstaat niet alleen een ecologische leegte, maar nemen ook indirect gezondheidsrisico’s toe. Minder natuurlijke plaagbestrijding betekent mogelijk meer muggen, wat het risico op door muggen overgedragen ziektes, zoals knokkelkoorts en het westnijlvirus, kan vergroten. De vraag dringt zich op: wie neemt deze taak over als we de vleermuizen verliezen? Kunstmatige bestrijdingsmethoden zijn kostbaar, minder effectief en vaak schadelijk voor het milieu.

Het schrappen van regelgeving moet niet ten koste gaan van oplossingen die bijdragen aan een gezonde en leefbare toekomst. Vleermuizen en andere beschermde diersoorten zijn niet alleen essentieel voor de natuur, maar ook voor ons welzijn en onze gezondheid. We staan voor een keuze: blijven we kortetermijnoplossingen nastreven, of zetten we in op een duurzame toekomst waarin natuur en gezondheid hand in hand gaan?

Beelden als bouwstenen voor een duurzame toekomst op het platteland

(Veel dank aan Alette Opperhuizen (voor deze tekst en coördinatie van het living lab Noordoost-Brabant), en het Brabant- en MANTRA team!)

Op 24 april en 29 mei was Natuurcentrum de Specht in Handel het toneel van de eerste bijeenkomsten van het living lab Noordoost-Brabant. Dit initiatief is onderdeel van het MANTRA onderzoek naar klimaatadaptatie en gezondheid in landelijk gebied. Meer weten over het living lab? Neem contact op met Alette Opperhuizen (alette.opperhuizen@wur.nl).


Op het platteland zijn grote veranderingen gaande door klimaatverandering en de maatregelen die nodig zijn om daarmee om te gaan. In Noordoost-Brabant kwamen diverse partijen uit de regio daarom samen in hun eerste living lab. Samen maken zij, in een reeks bijeenkomsten, een reis van het heden naar de toekomst en maken zo concrete plannen en acties voor de leefbaarheid op het platteland en de impact van klimaatverandering.

In Noordoost-Brabant kwamen beleidsmakers, buurtbewoners, zorgverleners, dorpsondersteuners, boeren, ondernemers, onderzoekers, adviseurs, vrijwilligers en kunstenaars onlangs tweemaal bijeen om te brainstormen over een duurzame toekomst. Om te laten zien hoe het Mantra-onderzoek wil bijdragen aan de ontwikkeling van een leefbaar landelijk gebied, deelden drie onderzoekers in een eerste bijeenkomst een aantal inzichten. Zij lieten zien hoe bewoners, lokale organisaties en gemeenten met het thema klimaatadaptatie en gezondheid aan de slag kunnen.


Wat is een living lab? In een ‘living lab’ komen inwoners, beleidsmakers, ondernemers, onderzoekers, natuurorganisaties, en andere diverse organisaties en verenigingen samen. Ieder met andere kennis, vaardigheden, motivaties, beleefwerelden en verwachtingen. Het is een plek waar we ons samen gaan buigen over een vraag die moeilijk is – hoe maken we, onder de druk van klimaatverandering, een gezonde leefomgeving op het platteland voor mens, plant en dier? – en waar geen simpel antwoord voor gevonden kan worden. Het is ook een plek waarin we vooral nog niet weten hoe het allemaal moet, maar waar we wel iets bij voelen. We gaan dus experimenteren met de vraag hoe we het platteland gezonder en klimaatbestendiger kunnen maken voor de toekomst. De deelnemers van het living lab in Brabant werken toe naar een expositie die huidige en toekomstige denkbeelden laat zien, een nieuwe manier van werken om als overheden, bedrijven en burgers in actie te komen voor een gezonde leefomgeving – voor mens, plant en dier.


Beelden voor een klimaatbestendige toekomst

Beelden spelen een centrale rol in het living lab, en er is dan ook een belangrijke rol weggelegd voor illustrator Helmich Jousma. Maar ook het luisteren naar elkaar en naar de zorgen en de hoop van de ander over de leefbaarheid op het platteland en hoe deze geraakt wordt door klimaatverandering. De deelnemers gingen daarom in een tweede bijeenkomst in gesprek over de tekeningen die zij zelf maakten en die betrekking hebben op de huidige denkwerelden over de leefwereld op het platteland. Iedere deelnemer deelde diens eigen perspectief van gezondheid en de invloed daarop van de leefomgeving. Dit hielp om verschillen in visie of verwachtingen te overbruggen.

Vanuit de verschillende losse beelden werkten de betrokkenen vervolgens toe naar een gezamenlijk ‘hoopbeeld’ (via 3D modellering). De kracht daarvan ligt in het feit dat deelnemers vertrouwen op hun handen in plaats van op gebruikelijke manieren van denken, om zo nieuwe inzichten te ontdekken. Dit leverde mooie gesprekken op, en inzichten over ons beeld op het platteland en waar onze pijn zit, maar ook wat deelnemers zouden willen oplossen. Deze denkwerelden zijn prachtig uitgebeeld door Helmich Jousma.

Waarom is omgaan met klimaatverandering zo lastig?

Het gros van de Nederlanders maakt zich zorgen om de veranderingen in ons klimaat. Maar denken over de toekomst is ingewikkeld en soms beangstigend. Ons klimaat verandert langzaam en dit heeft invloed op de natuur en op ons als mensen, bijvoorbeeld fruitbomen die eerder bloeien met gevolgen voor bestuiving en voedsel voor insecten op het juiste moment. Maar het heeft ook direct invloed op de gezondheid van mensen, bijvoorbeeld door extreme hitte maar ook door de zorgen die mensen zich over deze ontwikkelingen maken.

Ondanks onze zorgen ondernemen we– burgers, bedrijven en overheden – maar weinig actie met elkaar. Waarom is dat? Het simpelere antwoord is: onze hersenen zijn niet gemaakt voor dit ‘soort’ grote problemen. Het ingewikkelde antwoord: onze hersenen ontwikkelden zich in een tijd waarin mensen zich grotendeels zorgen maakten over hun directe omgeving (genoeg voedsel) en gevaren (roofdieren). We zijn dus ingesteld op risico’s direct om ons heen. En de meeste gevolgen van klimaatverandering liggen in de toekomst. De lange periode en geleidelijkheid van de veranderingen van het klimaat maakt het voor ons lastig om tot actie over te gaan. Om in zo’n complexe situatie echt impact te hebben is het nodig om krachten te bundelen en die gezamenlijke inzet richting te geven.

Daarvoor is een gedeelde toekomstvisie nodig, voor de nodige focus, en een positieve insteek. In de volgende drie bijeenkomsten gaan de betrokkenen verder met elkaar werken aan hun ideaalwereld op het toekomstige platteland en welke acties ze daarvoor met elkaar willen uitvoeren.

Some like it hot?

Maastricht – 39,5 graden Celsius

30 jaar geleden begon ik aan mijn promotieonderzoek over de gevolgen van klimaatverandering op onze gezondheid. Met een integraal klimaat- en gezondheidsmodel, MIASMA, berekende ik de gevolgen van klimaatverandering op infectieziekten en de sterfte ten gevolge van hittestress. Later, als hoogleraar, begeleidde ik promovendi die keken naar de effecten van klimaatverandering op toerisme en op onze rivieren. Met andere Europese Universiteiten modelleerden we in het begin van deze eeuw de verspreiding van dierenziekten, zoals blauwtong bij schapen. Op veel van onze projecties werden cynisch gereageerd (net zoals op onze projectie (van jaren terug) dat een volgende pandemie weleens een zoönose kon zijn (wij noemden het toen ‘panic virus’)). Helaas zijn de meeste voorspelling uitgekomen. In de toekomst zal het verlies van biodiversiteit nog grotere effecten met zich meebrengen. Daarom wordt het nu tijd om die modellen te gaan weerleggen. Niet door de wetenschap te ontkennen, maar door het Antropoceen achter ons te laten. Met voldoende daadkracht en creativiteit kunnen we nog veel ten goede veranderen. Laten we hopen dat deze voorspelling ook uitkomt.

KNAW commissie Planetary Health

Vereerd lid te zijn van de KNAW commissie Planetary Health die gaat inventariseren welke wetenschappelijke kennis er nodig is op het gebied van planetary health en welke prioriteiten voor kennisontwikkeling er liggen voor Nederland.

Planetary health is de interdisciplinaire benadering van het verband tussen de gezondheid en welzijn van mens en dier en de ‘gezondheid’ van de aarde. Het gaat daarbij om klimaatverandering en verlies van biodiversiteit maar bijvoorbeeld ook om grootschalige milieuvervuiling, ontbossing, erosie en andere door de mens veroorzaakte veranderingen die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Die risico’s zijn onder meer infectieziekten, problemen met voedsel- en drinkwatervoorziening, migratie en conflict en mentale gezondheid.

Voor meer informatie zie KNAW website

English

Honored to be a member of the KNAW (The Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences) Planetary Health committee, which will inventorize the scientific knowledge needed in the field of planetary health and the priorities for knowledge development for the Netherlands.

Planetary health is the interdisciplinary approach to the link between the health and well-being of human and non-human animals and the ‘health’ of the earth. This concerns climate change and loss of biodiversity, but also, for example, large-scale environmental pollution, deforestation, erosion and other man-made changes that entail health risks. Those risks include infectious diseases, problems with food and drinking water supplies, migration and conflict, and mental health.

For more information see KNAW website

Mens-dierrelatie, zoönosen en de recente COVID-19 pandemie

Onze gezondheid is afhankelijk van biodiversiteit. Wij zijn afhankelijk van ecosystemen en de diensten die deze ecosystemen aan ons geven. Gezondheid van dieren, mensen en planten hangt met elkaar samen. Het één kun je niet los zien van het andere. Duurzaamheid en dieren hebben alles met elkaar te maken.

Bekijk hier het interview wat ik onlangs had met de Nicolaas G. Pierson Foundation over mens-dierrelatie, zoönosen en de COVID-19 pandemie.

Maastricht University evening course health and climate change

02 November – 13 November (Daily evening class CET) (2 ECTS)

Register here.

Climate change poses serious challenges for humans around the world. Global warming is perceived as one of the biggest global health risks of the twentieth century which could have a range of effects on human health. Global warming is thought to have an impact on vector-borne disease, water-related disease, heat- and cold- related deaths, allergies, air pollution and malnutrition. The projected increases in extreme climate events such as floods, droughts, and possible intense tropical cyclones could also have wide ranging direct and indirect effects on health. Although the effect of climate change will be experienced worldwide, its impact will not be evenly distributed among people. In low income countries, climate change is believed to further exacerbate existing vulnerability to disease and food security risks, as their populations are, for instance, more reliant on agriculture, more vulnerable to droughts and have a lower adaptive capacity. As climate change can be seen as an amplifier of existing and emerging health risk, it might increase health inequalities and is likely to widen the health gap between rich and poor.

If you’d like to know more about the causes and implications of climate change, then register here for the fall evening edition for this course at Maastricht University before October 15.

Biodiversiteit houdt mensen gezond

Een ecologische benadering van gezondheid

De relatie tussen onze gezondheid en het welzijn van dieren of biodiversiteit is ingewikkeld. Het probleem is dat de huidige gezondheidszorg zich richt op symptoombestrijding. Neem de uitbraak van de Q-koorts enige jaren terug. Deze kan ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken bij de mens, soms met de dood als gevolg. Reden om tienduizenden drachtige geiten en schapen te laten ruimen. Maar dat is aantoonbaar niet goed voor het welzijn van dieren. En kijk wat er nu met de nertsen gebeurd tijdens de COVID-19 crisis. Een van de oorzaken, onze verstoorde verhouding ten opzichte van dieren (of het nu de intensieve veehouderij hier, of de ‘wetmarkets’ in China zijn), wordt niet of nauwelijks ter discussie gesteld. Terwijl toch algemeen bekend is dat hoe meer dieren je op een oppervlakte bij elkaar brengt, hoe groter de kans is op het uitbreken van infectieziekten.

Gezondheid is een integraal onderdeel van natuurlijke en maatschappelijke systemen en daarmee niet alleen een zaak van artsen, ziekenhuizen en het ministeries van volksgezondheid. Het heeft ook te maken met de voedselproductie, het landbouwsysteem, de leefomgeving en mobiliteit. Gezondheid is de centrale indicator voor hoe we omgaan met de wereld en voor de duurzaamheid van onze economische en ecologische systemen. Als ergens ter wereld de gezondheid van mensen verandert, positief of negatief, weet je dat er daar iets is gewijzigd in de sociale of ecologische omstandigheden.

Het sluit aan bij het principe dat voorkomen beter is dan genezen. Het debat moet dus niet alleen over medische zorg gaan, maar ook over de sociale omstandigheden van mensen, de vergroening van de woonomgeving, de omgang met dieren, de mobiliteit en de kwaliteit van ecosystemen, hier, maar ook elders in de wereld. Het kappen van de regenwouden, de slechte leefomstandigheden in bepaalde delen van de wereld, hebben gevolgen voor de gezondheid hier in Nederland. Dat besef is niet aanwezig.

Voor onze gezondheid is het van belang dat de panda blijft bestaan?

De relatie tussen biodiversiteit en gezondheid is complex. Tropische bossen die lucht zuiveren en ecosystemen die water zuiveren zijn duidelijk van belang voor onze gezondheid. Tropische bossen zitten ook vol met, vaak nog onontdekte, medicinale planten. Bij voedsel is de relatie al minder eenduidig. Grootschalige ontginning van landbouwgebied is niet goed voor de biodiversiteit terwijl meer en kwalitatief hoogwaardig voedsel wel weer goed is voor de volksgezondheid. Een ander complex voorbeeld zijn infectieziekten. Een betere afvoer van de moerassen in het Grote Merengebied van Noord-Amerika elimineerde malariamuggen, maar het verlies van deze moerassen leidde er ook toe dat mensen hun bestaansmiddelen kwijtraakten. Dit had weer negatieve gevolgen voor de gezondheid. Kortom, we weten dat er gevolgen zijn als je gaat sleutelen aan ecosystemen. Maar de relatie is niet altijd eenduidig.

Een lastig verhaal voor politiek Den Haag

Dit is te complex voor de politiek. Je kunt niet zeggen: zoveel hectare minder tropisch bos leidt tot zoveel meer zieken en dus zoveel extra kosten. Maar wellicht kun je het omdraaien, gezondheid is altijd een goede ingang voor elke discussie omdat het iedereen aangaat, jezelf, je kinderen, je naasten. Door te beseffen dat een goede relatie met dieren en het in stand houden van onze biodiversiteit essentieel is voor een goede gezondheid, gaat men wellicht het belang hiervan inzien.

Onze welvaart en economische groei leidt tot degradatie van ecosystemen, en dit is schadelijk voor onze gezondheid

Er zijn echter ook gebieden, zoals Nederland, waar de biodiversiteit is afgenomen en de natuurlijke bossen vrijwel zijn verdwenen, maar de levensverwachting hoog is. Tegenargument is dat dit ten dele ten koste is gegaan van de biodiversiteit en levensverwachting in andere delen van de wereld.

Onze gezondheid gaat ten koste van de gezondheid van mensen elders

Technologie en de beschikbaarheid van medicijnen spelen natuurlijk ook een belangrijke rol. Maar daar moet het debat niet alleen over gaan. We moeten gaan beseffen dat ecosystemen en de dieren hierin  voor onze gezondheid heel belangrijk zijn.

Zie ook Down to Earth

Vergeleken met klimaatverandering is covid-19 een lachertje

Cartoon van Raf Schoenmaekers.

“We hebben hier al tientallen jaren voor gewaarschuwd”

Covid-19, de derde uitbraak van een coronavirus in 20 jaar, was niet bepaald onvoorspelbaar. Hoogleraar Pim Martens, die wetenschappelijke kennis en dierenrechtenactivisme probeert te combineren, legt uit hoe zoönosen, besmettelijke ziektes die van dieren op mensen kunnen overspringen, de complexe onderlinge samenhang aan het licht brengen tussen ons welzijn en hoe we met dieren omgaan.

“Het was vreemd – ik had geen idee. Zelfs toen de eerste rapporten verschenen, was ik er vrij zeker van dat ze het beperkt zouden weten te houden tot de provincie…” Hoogleraar Sustainable Development Pim Martens was eind vorig jaar in China op uitnodiging van Bingtao Su, zijn voormalige PhD-student bij de Universiteit Maastricht. Als gastdocent gaf hij twee weken lang colleges aan de Shandong Universiteit en de Chinese Academie van Wetenschappen.

Onder zijn leiding had Su de Chinese visie op dierenwelzijn bestudeerd, in vergelijking met Nederland en Japan. Door middel van enquêtes hadden ze data verzameld over factoren als leeftijd, geslacht en religie in relatie tot de opvattingen over dieren. Hij begeleidt nu ook PhD- en MSc-studenten die soortgelijk onderzoek doen in Indonesië en Spanje.

Chinese opvattingen over dieren

“Duurzaamheid is ondervertegenwoordigd in de Chinese wetenschap, maar ze halen graag expertise in huis, vooral geïntegreerde visies op interdisciplinaire duurzaamheidswetenschap.” Duurzame relaties tussen dieren en mensen liggen in China enigszins gevoelig: behalve dat het om enorme bedragen gaat, bestaat het geloof in de medicinale krachten van de organen van zeldzame dieren nog altijd, en ligt terughoudendheid met betrekking tot openlijke kritiek in de cultuur besloten.

“China is een gigantisch en zeer divers land, dus het is moeilijk om te generaliseren – dat is ook iets dat uit het onderzoek naar voren kwam. Het klopt dat ze veel meer verschillende dieren eten dan wij, hoewel je ook kunt beweren hoe verrassend weinig dieren we in West-Europa eten…” Hoe het ook zij, velen vermoeden dat de wet markets, waar veel verschillende soorten dieren dicht bij elkaar gehouden worden, de oorsprong zijn van covid-19.

Vlees, melk en grondstoffen

Steeds meer dieren zitten dicht op elkaar gepakt in onhygiënische of juist uiterst hygiënische (antibiotica, enz.) omstandigheden, om tegemoet te komen aan de stijgende vraag naar dierlijke proteïnen in de dichtbevolkte steden. Vanwege de behoefte aan ruimte en grondstoffen worden de woongebieden van dieren, zoals regenwouden, steeds verder aangetast, wat omgekeerd tot effect heeft dat meer mensen in contact komen met meer exotische diersoorten. Tel daar het intensieve internationale reizen – van zowel mens als dier – bij op en voilà: prima omstandigheden voor zoönose.

Het overspringen van ziektes van dieren op mensen is natuurlijk niet helemaal te voorkomen. “Het gaat om waarschijnlijkheid. Als we allemaal veganistische dierenrechtenactivisten zouden zijn, zou er zich nog steeds een zoönotische pandemie kunnen voordoen, maar de kans daarop zou oneindig veel kleiner zijn.” Covid-19 kwam ook niet uit de lucht vallen. “Wetenschappers zitten al tientallen jaren te wachten tot dit gebeurt – het was altijd een kwestie van wanneer, niet van of.” In de afgelopen 20 jaar zijn er verschillende zoönotische epidemieën geweest; bij enkele daarvan ging het om corona.

Zoönose dichter bij huis

Volgens Martens is een West-Europese bron van een zoönotische ziekte ook niet ondenkbaar. Neem bijvoorbeeld Nederland, een dichtbevolkt land met een intensieve veesector met grote aantallen dieren: iedere dag worden er meer dan 1,5 miljoen dieren geslacht, nadat ze een leven lang op elkaars lip hebben gezeten. De bevolking is binnen de landsgrenzen zeer mobiel en Schiphol is een van de drukste luchthavens van Europa.

Martens brengt de uitbraak van de Q-koorts in 2007 in herinnering, een tamelijk zeldzame maar verwoestende ziekte, die van vee kan overgaan op mensen. De Nederlandse autoriteiten hadden moeite met het tegengaan en het monitoren van de ziekte. Het aantal slachtoffers, dat oorspronkelijk op 25 lag, wordt inmiddels geschat op tegen de 100. De verspreiding van Q-koorts werd uiteindelijk beperkt door massale ruiming (voor de duidelijkheid: van geiten en schapen) en door de ontwikkeling van een vaccin voor dieren.

Meer respect voor de natuur

“De oplossing ligt in meer respect voor de natuur: stoppen met de veehouderij op industriële schaal, ontbossing, wet markets, enzovoorts. Dat zou ook de aanpak van de klimaatverandering ten goede komen – vergeleken bij de gevolgen daarvan is covid-19 een lachertje.” Martens’ eigen bijdrage aan de wetenschap – samen met vele andere internationale wetenschappers – is het bestuderen van de complexe interacties tussen mensen, dieren en de natuur, onder andere door het ontwikkelen van wiskundige methodes om de verspreiding van zoönosen te simuleren. Maar hij hoopt ook dat hij zijn steentje kan bijdragen aan mentaliteitsverandering.

Het deed hem zeker goed om te zien hoeveel studenten zijn colleges in China bijwoonden en hoe geïnteresseerd en goed geïnformeerd ze zijn. “Je kunt zien dat er een culturele verandering gaan is onder jonge, goed opgeleide mensen in stedelijke gebieden.” Samen met Su wil hij nu het originele onderzoek herhalen om uit te zoeken of de uitbraak van covid-19 de opvattingen over dierenwelzijn in China zijn veranderd.

Dat moet toch haast wel? Martens heeft zijn twijfels, gelet op het publieke en politieke discours. “Natuurlijk, economisch herstel is heel belangrijk, maar ik hoop echt dat we niet in no time terugvallen in de oude patronen, zonder het onderliggende probleem gefikst te hebben.” Met een zucht voegt hij eraan toe: “Als we niks geleerd hebben van deze pandemie, dan misschien van de volgende…”

Door: Florian Raith. Zie origineel bericht op UMnieuws.

Beestenboel en Bessensap

Beestenboel

In het Maastricht’s Academisch Ziekenhuis MUMC+ wordt in samenwerking met de kinderboerderij De Heeg, een programma uitgevoerd (project Beestenboel) waarin verschillende dieren onder supervisie in een speciale ruimte door kinderen uit het ziekenhuis kunnen worden bezocht en geknuffeld.

Het is een plezierige en ontspannende ontmoeting voor de kinderen en de kinderen en hun ouders genieten daar erg van. Het programma, dat uitgevoerd wordt door professionals en vrijwilligers, biedt uitstekende mogelijkheden om te onderzoeken welke effecten het bezoek van de dieren oplevert voor de kinderen volgens ouders, artsen en andere betrokkenen. Lees hier ook over ‘Meer pootjes aan het bed’.

Bessensap

In bovenstaand filmpje – een pitch voor NWO’s Bessensap 2020 – vertel ik meer over de manier waarop jonge patiënten op diervriendelijke manieren in aanraking komen met fysieke én virtuele (huis-)dieren. Zo kunnen we onderzoeken of dit een positieve invloed heeft op het welzijn en herstel van zieke kinderen. De verdere realisatie van deze ‘beestachtige’ beleefruimte is ook onderdeel van een Crowdfunding campagne van het Universiteitsfonds Limburg/SWOL. Alhoewel – door de corona crisis – dit project even gepauzeerd is, beginnen we weer zo snel als het kan. De realisatie van deze ‘beestachtige’ beleefruimte is alleen mogelijk met uw steun. Doet u mee?