Category Archives: Biodiversiteit

Voedselbos Als Dierenapotheek: Wat Zegt De Wetenschap?

Dit artikel is verschenen in het Voedselbossen Magazine, 2025, 3(4), 12-14.

Dieren in het wild hebben vaak een opmerkelijk instinct voor wat goed voor ze is. Ze herkennen geur, smaak en soms de werking van planten of mineralen in hun omgeving. Dit natuurlijke zelfzorggedrag wordt in de wetenschap zoofarmacognosie[i] genoemd: het gebruik van natuurlijke stoffen door dieren om ziekten, parasieten of andere gezondheidsproblemen te bestrijden.[ii] Het is gezien bij apen, olifanten, vogels en zelfs insecten.[iii] En dichter bij huis? Ook in Nederland vertonen dieren soms gedrag dat hierop lijkt. In voedselbossen speelt dit principe ook een rol: een diversiteit aan kruiden, struiken en bomen trekt dieren aan die zelf weten wat ze nodig hebben, terwijl hun aanwezigheid tegelijk bijdraagt aan het evenwicht en de gezondheid van het ecosysteem. Wat voorbeelden.

Das(look)

In het vroege voorjaar, wanneer de bladeren van daslook uit de grond komen, eten dassen ze graag. Ze graven ook de bollen op. Daslook bevat zwavelverbindingen zoals allicine, bekend van knoflook, die antimicrobieel en mogelijk wormafdrijvend werken. Hoewel er geen hard wetenschappelijk bewijs is dat dassen dit bewust doen om zich te ‘ontwormen’, is het aannemelijk dat het hen helpt na de winterslaap, wanneer darmparasieten vaker voorkomen. Ook wilde zwijnen zijn dol op daslook, mogelijk om vergelijkbare redenen.[iv]

Zelfmedicatie bij egels

Ook egels tonen mogelijk gedrag dat geïnterpreteerd kan worden als zelfmedicatie. Hoewel zij vooral insecten en slakken eten, zijn er observaties van egels die zich actief inwrijven met bladeren van aromatische planten zoals duizendblad, kamille of valeriaan. Deze planten bevatten insectenwerende en schimmelremmende stoffen. De exacte reden is nog niet bewezen, maar het past bij het bredere beeld dat dieren stoffen uit hun omgeving benutten om gezond te blijven.

Reeën, herten en natuurlijke pijnstillers

Grote herbivoren zoals reeën en edelherten knagen geregeld aan jonge wilgentakken. Wilgenbast bevat salicine, dat in het lichaam wordt omgezet in salicylzuur – verwant aan aspirine en bekend om pijnstillende en ontstekingsremmende werking. Hoewel we niet precies weten of herten dit extra eten bij pijn, krijgen ze er wel degelijk een natuurlijke pijnstiller mee binnen. Ze eten ook geregeld brandnetels, vooral als de bladeren jong of verwelkt zijn. Brandnetel is rijk aan mineralen zoals ijzer en magnesium en staat bekend als bloedzuiverend en ondersteunend voor de stofwisseling.

Kleine zoogdieren en wilde kruiden

Kleine herbivoren zoals konijnen en hazen eten vaak planten die ook geneeskrachtig voor mensen zijn. Paardenbloem werkt mild vochtafdrijvend en ondersteunt de lever. Grote weegbree bevat stoffen die verzachtend en ontstekingsremmend werken, zowel bij maag-darmklachten als bij wondjes. Mogelijk profiteren de dieren van deze eigenschappen, maar of ze de planten bewust kiezen bij ziekte blijft lastig te bewijzen.

Vossen

Over vossen is minder bekend, maar er zijn meldingen van kruidenresten zoals kamille en goudsbloem in hun burchten.[v] Beide planten bevatten stoffen die ontstekingsremmend en antimicrobieel zijn. Het gebruik van specifieke planten door vossen blijft vooralsnog vooral een plausibel vermoeden.

Nestmedicatie

Bij sommige vogels is het verband wél goed aangetoond. Soorten als de huismus, koolmees en spreeuw verwerken bewust aromatische planten zoals lavendel, salie of kamille in hun nesten. Deze kruiden bevatten geuren en stoffen die bacteriën en parasieten weren. In stedelijke gebieden gebruiken mussen zelfs sigarettenfilters, waarbij het nicotine insecten doodt.[vi] Onderzoek toont aan dat nesten met zulke materialen minder last hebben van bloedmijten en luizen, en dat de kuikens gezonder opgroeien. Dit gedrag wordt nestmedicatie genoemd.

Amfibieën en microhabitats

Bij amfibieën zoals kikkers en padden is direct bewijs voor zelfmedicatie schaars. Wel kiezen sommige soorten modderige plekken of bodems die rijk zijn aan mineralen of plantenresten, mogelijk om de huid te beschermen tegen infecties. Dit blijft voorlopig een hypothese, maar is ecologisch goed voorstelbaar.

Rupsen en bijen

Rupsen van Nederlandse vlinders (zoals de dagpauwoog, kleine vos, atalanta en gehakkelde aurelia) eten brandnetel vooral omdat het hun vaste waardplant is. Sommige rupsen eten echter meer van een giftige plant zodra ze geïnfecteerd zijn, wat duidt op echte zelfmedicatie.[vii] Het is dus denkbaar dat Nederlandse brandnetel-etende rupsen dit ook doen, maar daar is nog weinig direct onderzoek naar.

Honingbijen verzamelen propolis, een hars uit planten, en gebruiken dit in hun nest. Deze stof werkt sterk tegen bacteriën en schimmels en helpt de bijenkolonie gezond te houden.[viii]

Het voedselbos als natuurlijke apotheek

In een voedselbos groeit een gevarieerd aanbod van voedselplanten, waaronder kruiden met geneeskrachtige eigenschappen. Deze planten zijn niet alleen waardevol voor mensen, maar ook voor dieren. Voedselbossen kunnen dus een plek zijn waar dieren vinden wat ze nodig hebben, niet alleen qua voedsel, maar ook voor hun gezondheid. Zoofarmacognosie, iets om misschien rekening mee te houden in het ontwerp van onze voedselbossen?


[i] Raman, R. & Kandula, S. (2008). Zoopharmacognosy: Self Medication in Wild Animals. Resonance, March, 245-253.

[ii] Zie ook: Wikipedia: https://en.wikipedia.org/wiki/Zoopharmacognosy

[iii] Huffman, A.H. (2021). Folklore, Animal Self-Medication, and Phytotherapy–Something Old, Something New, Something Borrowed, Some Things True. Planta Medica, 88, 187-199.

[iv] Băieş, M.H., Cotuţiu, V.D., Spînu, M. et al. (2024). In vivo assessment of the antiparasitic effects of Allium sativum L. and Artemisia absinthium L. against gastrointestinal parasites in swine from low-input farms. BMC Veterinarian Research,  20, 126 (2024). https://doi.org/10.1186/s12917-024-03983-3

[v] Zie ook: https://www.blackfoxes.co.uk/photography-ethics.php

[vi] Water, H. (2013). Bird Butts. Scientific American, Feb 1. https://www.scientificamerican.com/article/cigarette-butts-help-birds-ward-off-parasites/

[vii] Singer, M.S., Mace, K.C. & Bernays, E.A. (2009). Self-medication as adaptive plasticity: increased ingestion of plant toxins by parasitized caterpillars. PLoS ONE, 4(3). https://doi.org/10.1371/journal.pone.0004796

[viii] Simone-Finstrom M., Borba R.S., Wilson M., Spivak M. (2017). Propolis Counteracts Some Threats to Honey Bee Health. Insects, 8(2):46. https://doi.org/10.3390/insects8020046

Niet zo STOER

Klimaatverandering heeft al jarenlang aandacht als gezondheidsbedreiging, en opnieuw waarschuwt het RIVM dat nieuwe ziekten, langere allergieseizoenen en mentale stress nu al zichtbare gevolgen hebben in Nederland. Ondanks deze dreiging lijken onze huidige beleidsmakers geen oog te hebben dat natuurlijke oplossingen ons niet in de weg staan, maar juist kunnen helpen.

Bouwers van nieuwbouwwoningen hoeven niet te voorzien in onderkomens voor huismussen, gierzwaluwen of vleermuizen, zegt woonminister Mona Keijzer. Het schrappen van eisen om kasten te plaatsen voor beschermde diersoorten als onderdeel van het programma STOER (Schrappen van Tegenstrijdige of Overbodige Eisen en Regelgeving)) benadrukt deze tegenstrijdigheid in het beleid. Enerzijds erkennen we de gezondheidsgevaren van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies, terwijl we anderzijds stappen ondernemen die deze problemen verergeren.

Een treffend voorbeeld hiervan is de rol van vleermuizen. Deze dieren spelen een cruciale rol in het ecosysteem en de volksgezondheid door per vleermuis per nacht duizenden insecten, zoals motten, vliegen en muggen, te consumeren. Door vleermuizen weg te pesten, ontstaat niet alleen een ecologische leegte, maar nemen ook indirect gezondheidsrisico’s toe. Minder natuurlijke plaagbestrijding betekent mogelijk meer muggen, wat het risico op door muggen overgedragen ziektes, zoals knokkelkoorts en het westnijlvirus, kan vergroten. De vraag dringt zich op: wie neemt deze taak over als we de vleermuizen verliezen? Kunstmatige bestrijdingsmethoden zijn kostbaar, minder effectief en vaak schadelijk voor het milieu.

Het schrappen van regelgeving moet niet ten koste gaan van oplossingen die bijdragen aan een gezonde en leefbare toekomst. Vleermuizen en andere beschermde diersoorten zijn niet alleen essentieel voor de natuur, maar ook voor ons welzijn en onze gezondheid. We staan voor een keuze: blijven we kortetermijnoplossingen nastreven, of zetten we in op een duurzame toekomst waarin natuur en gezondheid hand in hand gaan?

Beelden als bouwstenen voor een duurzame toekomst op het platteland

(Veel dank aan Alette Opperhuizen (voor deze tekst en coördinatie van het living lab Noordoost-Brabant), en het Brabant- en MANTRA team!)

Op 24 april en 29 mei was Natuurcentrum de Specht in Handel het toneel van de eerste bijeenkomsten van het living lab Noordoost-Brabant. Dit initiatief is onderdeel van het MANTRA onderzoek naar klimaatadaptatie en gezondheid in landelijk gebied. Meer weten over het living lab? Neem contact op met Alette Opperhuizen (alette.opperhuizen@wur.nl).


Op het platteland zijn grote veranderingen gaande door klimaatverandering en de maatregelen die nodig zijn om daarmee om te gaan. In Noordoost-Brabant kwamen diverse partijen uit de regio daarom samen in hun eerste living lab. Samen maken zij, in een reeks bijeenkomsten, een reis van het heden naar de toekomst en maken zo concrete plannen en acties voor de leefbaarheid op het platteland en de impact van klimaatverandering.

In Noordoost-Brabant kwamen beleidsmakers, buurtbewoners, zorgverleners, dorpsondersteuners, boeren, ondernemers, onderzoekers, adviseurs, vrijwilligers en kunstenaars onlangs tweemaal bijeen om te brainstormen over een duurzame toekomst. Om te laten zien hoe het Mantra-onderzoek wil bijdragen aan de ontwikkeling van een leefbaar landelijk gebied, deelden drie onderzoekers in een eerste bijeenkomst een aantal inzichten. Zij lieten zien hoe bewoners, lokale organisaties en gemeenten met het thema klimaatadaptatie en gezondheid aan de slag kunnen.


Wat is een living lab? In een ‘living lab’ komen inwoners, beleidsmakers, ondernemers, onderzoekers, natuurorganisaties, en andere diverse organisaties en verenigingen samen. Ieder met andere kennis, vaardigheden, motivaties, beleefwerelden en verwachtingen. Het is een plek waar we ons samen gaan buigen over een vraag die moeilijk is – hoe maken we, onder de druk van klimaatverandering, een gezonde leefomgeving op het platteland voor mens, plant en dier? – en waar geen simpel antwoord voor gevonden kan worden. Het is ook een plek waarin we vooral nog niet weten hoe het allemaal moet, maar waar we wel iets bij voelen. We gaan dus experimenteren met de vraag hoe we het platteland gezonder en klimaatbestendiger kunnen maken voor de toekomst. De deelnemers van het living lab in Brabant werken toe naar een expositie die huidige en toekomstige denkbeelden laat zien, een nieuwe manier van werken om als overheden, bedrijven en burgers in actie te komen voor een gezonde leefomgeving – voor mens, plant en dier.


Beelden voor een klimaatbestendige toekomst

Beelden spelen een centrale rol in het living lab, en er is dan ook een belangrijke rol weggelegd voor illustrator Helmich Jousma. Maar ook het luisteren naar elkaar en naar de zorgen en de hoop van de ander over de leefbaarheid op het platteland en hoe deze geraakt wordt door klimaatverandering. De deelnemers gingen daarom in een tweede bijeenkomst in gesprek over de tekeningen die zij zelf maakten en die betrekking hebben op de huidige denkwerelden over de leefwereld op het platteland. Iedere deelnemer deelde diens eigen perspectief van gezondheid en de invloed daarop van de leefomgeving. Dit hielp om verschillen in visie of verwachtingen te overbruggen.

Vanuit de verschillende losse beelden werkten de betrokkenen vervolgens toe naar een gezamenlijk ‘hoopbeeld’ (via 3D modellering). De kracht daarvan ligt in het feit dat deelnemers vertrouwen op hun handen in plaats van op gebruikelijke manieren van denken, om zo nieuwe inzichten te ontdekken. Dit leverde mooie gesprekken op, en inzichten over ons beeld op het platteland en waar onze pijn zit, maar ook wat deelnemers zouden willen oplossen. Deze denkwerelden zijn prachtig uitgebeeld door Helmich Jousma.

Waarom is omgaan met klimaatverandering zo lastig?

Het gros van de Nederlanders maakt zich zorgen om de veranderingen in ons klimaat. Maar denken over de toekomst is ingewikkeld en soms beangstigend. Ons klimaat verandert langzaam en dit heeft invloed op de natuur en op ons als mensen, bijvoorbeeld fruitbomen die eerder bloeien met gevolgen voor bestuiving en voedsel voor insecten op het juiste moment. Maar het heeft ook direct invloed op de gezondheid van mensen, bijvoorbeeld door extreme hitte maar ook door de zorgen die mensen zich over deze ontwikkelingen maken.

Ondanks onze zorgen ondernemen we– burgers, bedrijven en overheden – maar weinig actie met elkaar. Waarom is dat? Het simpelere antwoord is: onze hersenen zijn niet gemaakt voor dit ‘soort’ grote problemen. Het ingewikkelde antwoord: onze hersenen ontwikkelden zich in een tijd waarin mensen zich grotendeels zorgen maakten over hun directe omgeving (genoeg voedsel) en gevaren (roofdieren). We zijn dus ingesteld op risico’s direct om ons heen. En de meeste gevolgen van klimaatverandering liggen in de toekomst. De lange periode en geleidelijkheid van de veranderingen van het klimaat maakt het voor ons lastig om tot actie over te gaan. Om in zo’n complexe situatie echt impact te hebben is het nodig om krachten te bundelen en die gezamenlijke inzet richting te geven.

Daarvoor is een gedeelde toekomstvisie nodig, voor de nodige focus, en een positieve insteek. In de volgende drie bijeenkomsten gaan de betrokkenen verder met elkaar werken aan hun ideaalwereld op het toekomstige platteland en welke acties ze daarvoor met elkaar willen uitvoeren.

Planetaire Gezondheid: het recept voor een duurzame toekomst

Het concept van Planetaire Gezondheid is vaak te antropocentrisch. De nadruk ligt dan voornamelijk op de gevolgen voor onze gezondheid door mondiale verstoringen van het milieu. Meer nadruk op de gezondheid van onze planeet is nodig, en het besef dat de gezondheid van de mens uiteindelijk afhankelijk is van de gezondheid van de planeet. Bijvoorbeeld, klimaatverandering en het afnemen van biodiversiteit zijn ongezond voor de aarde en alles wat erop leeft, inclusief mensen. Het vakgebied van Planetaire Gezondheid is echter nog meer dan dat. Het is niet alleen het besef dat alles met elkaar verbonden is, maar ook het besef dat het niet genoeg is om de planeet ‘zoals die is’ te houden. Er moet positieve, regeneratieve ontwikkeling plaatsvinden. Dit kan echter niet zonder dat we anders gaan denken over onze plaats hier op aarde. Gezonde menselijke samenlevingen kunnen niet bestaan op een stervende planeet. We moeten ons dus verwonderen en weer opnieuw verbinden met de natuur. Als je de aarde respecteert, respecteer je het leven en respecteer je jezelf.

Meer over deze publicatie hier: Martens, P. (2023). Planetaire Gezondheid: het recept voor een duurzame toekomst. Quintesse, 12 (4), 12-19.

Some like it hot?

Maastricht – 39,5 graden Celsius

30 jaar geleden begon ik aan mijn promotieonderzoek over de gevolgen van klimaatverandering op onze gezondheid. Met een integraal klimaat- en gezondheidsmodel, MIASMA, berekende ik de gevolgen van klimaatverandering op infectieziekten en de sterfte ten gevolge van hittestress. Later, als hoogleraar, begeleidde ik promovendi die keken naar de effecten van klimaatverandering op toerisme en op onze rivieren. Met andere Europese Universiteiten modelleerden we in het begin van deze eeuw de verspreiding van dierenziekten, zoals blauwtong bij schapen. Op veel van onze projecties werden cynisch gereageerd (net zoals op onze projectie (van jaren terug) dat een volgende pandemie weleens een zoönose kon zijn (wij noemden het toen ‘panic virus’)). Helaas zijn de meeste voorspelling uitgekomen. In de toekomst zal het verlies van biodiversiteit nog grotere effecten met zich meebrengen. Daarom wordt het nu tijd om die modellen te gaan weerleggen. Niet door de wetenschap te ontkennen, maar door het Antropoceen achter ons te laten. Met voldoende daadkracht en creativiteit kunnen we nog veel ten goede veranderen. Laten we hopen dat deze voorspelling ook uitkomt.

Vacancies: Climate change health impacts, vulnerability and opportunities

PhD-candidate and post-doc Climate change health impacts, vulnerability and opportunities

We are looking for an enthusiastic PhD and post-doc researcher on healthy climate adaptation.

Healthy climate adaptation is a key prerequisite for achieving a natural and vital rural environment. Addressing the physical and mental health impacts of climate change in rural areas requires a system-based approach that accounts for the fact that these impacts are mediated by changes in population, agriculture, nature and biodiversity. Vulnerability is a function of the extent to which individuals/populations are sensitive to direct and indirect climate change impacts and of the capacity of the population, agriculture, nature and biodiversity to adapt in a healthy way to new climate conditions. Human population vulnerability is highly dependent on socio-economic, demographic and technical context, while vulnerability of agriculture, nature and biodiversity are mostly determined by local conditions, such as (extreme) weather conditions, nutrients and water availability.

To date, however, there is relatively little (empirical) knowledge on the vulnerability of human health to climate change and adaptation measures within this broader web of demographic, socio-economic, technical, nature, biodiversity and agricultural developments. Using a system perspective, we will explore how climate impacts and adaptation measures will affect human health and its interrelations with agriculture, nature and biodiversity. In doing so, we will identify the most important challenges for future health and well-being in each of the selected rural regions. For the human population we will explore future climate scenarios, accounting for possible trends in risk factors, and identify at-risk groups within the selected regions in support of rural climate adaptation measures.

The PhD and post-doc will work closely together to:

  • Develop an integrated health impact assessment protocol for, and gain insight in (health) consequences of climate change for people and their living environment in the three selected rural regions, including a description of vulnerable groups in these regions.
  • Gain insight in mechanisms of climate adaptation measures and interrelations between different transition tasks related to different sectors (health, agriculture, biodiversity) by developing a theoretical framework between healthy climate adaptation measures and potential impacts.
  • Develop practical guidelines for incorporation of these health considerations and vulnerabilities in decision making, to be used on a regional rural level.

The post-doc will be co-responsible for project leadership.

Both PhD and post-doc projects are embedded within the larger transdisciplinary NWO funded MANTRA project (CliMate AdaptatioN for HealTy Rural Areas ). MANTRA aims to develop an innovative system approach that integrates rural priorities for climate change with health risks and opportunities for local communities. It will co-create data, assessments, measures and interventions for healthy climate adaptation in 3 rural living labs. The MANTRA projects involves different disciplines (health, climate, ecology, governance) and various actors such as universities, applied science institutes, assessment agencies, organizations for societal issues and citizen participation, health organizations and various regional stakeholders.

The candidates will be based at Maastricht University College, Venlo, The Netherlands. The supervisor-team will be led by Prof.  Pim Martens

Who are you?

We are looking for candidates who:

  • have a master’s degree (or is near completion of a master program) for the PhD position / have a PhD degree (or is near completion of a PhD for the post-doc position) in the field of Public Health, Sustainability or Environmental  Sciences, Interdisciplinary Science, or another relevant field;
  • has affinity with climate adaptation and health issues;
  • the PhD likes to engage in transdisciplinary research, collaborating with both scientists from across disciplines and societal actors; the post-doc should have experience in participatory research and co-creation processes.
  • is able to perform tasks independently and in teams, has good organization, communication and writing skills, and is fluent in both English and Dutch (For this position your command of the English language is expected to be at C1 level).

Do you want more information?
For more information about this position, please visit Academic Transfer via these links for the PhD-position and postdoc-position.

Neem dieren serieus in het regeerakkoord

Gepubliceerd in Trouw, 10 december 2021

Wetenschappelijke inzichten over dieren veranderen razendsnel. Dat ze geen dingen zijn was allang duidelijk, maar we leren steeds meer over de complexiteit van de innerlijke levens van zoogdieren, vogels, vissen en anderen. Dat heeft normatieve consequenties: de manier waarop dieren momenteel door mensen gebruikt worden is moreel ontoelaatbaar. Bovendien hangen bepaalde vormen van diergebruik, zoals de vee-industrie, samen met problemen die mensen nu of in de toekomst treffen: het verband tussen de intensieve veehouderij, verlies van biodiversiteit en ecosystemen, klimaatverandering en zoönosen staat buiten kijf.

Tot nu toe zijn deze inzichten nauwelijks terug te vinden in politiek beleid. Dat is problematisch voor de dieren en zeker ook voor mensen. Wij willen de nieuwe regering vragen om in het regeerakkoord dieren serieus te nemen. De maatschappelijke opinie is de politiek momenteel vooruit vanuit een breed gedeeld besef dat dieren niet slechts grondstoffen of gebruiksgoederen zijn. 

Ten eerste behoren we dieren serieus te nemen omdat zij wezens zijn met belangen. Net als mensen hebben andere dieren een leven dat voor hen het belangrijkst is. Van veel dieren, zoals bijvoorbeeld kippen, koeien, varkens, konijnen en vissen, weten we dat ze een ervaring hebben van hun leven. Ze zijn iemand, niet iets. Onderzoek naar taal, muziek, cultuur en moraliteit van dieren staat in de kinderschoenen maar laat zien dat hun ervaring dieper reikt dan we dachten.

Ten tweede moeten we dieren serieus nemen omdat we een planeet delen. Verlies van biodiversiteit (Nederland is daarin koploper in Europa) treft niet alleen de wilde dieren die afhankelijk zijn van gezonde ecosystemen: mensen zijn dat ook. De manier waarop we dieren en de natuur behandelen zal ons uiteindelijk opbreken, zeker in een klein land als Nederland met zo’n intensieve en grootschalige veehouderij. De coronapandemie laat zien hoe verstrekkend de impact van het verstoren van natuurlijke systemen kan zijn.

Ten derde liggen er paradoxen aan de huidige politieke houding ten aanzien van dieren ten grondslag. Er wordt erkend dat dieren wezens zijn met belangen, maar vervolgens worden die belangen vanzelfsprekend opgeofferd aan de economie. Dat is inconsequent en past niet bij een democratische rechtsstaat. Principes die alleen voor de eigen groep gelden, in dit geval mensen, zijn weinig waard.

Wij roepen daarom op tot het volgende: neem wetenschappelijk onderzoek naar dieren en de planeet serieus, uit de dierwetenschappen, maar ook uit vakgebieden als ethiek, filosofie, het recht en taalkunde. Niet alleen in de toepassing van beleid, want dan is het al te laat, maar in het vormgeven van wetten en beleid dat daadwerkelijk voortbouwt op wat we weten over de dieren in ons midden, om te beginnen met het regeerakkoord. Dat is nodig vanuit het oogpunt van rechtvaardigheid en omdat de ecologische crisis waar we ons in bevinden laat zien dat het echt anders moet in onze omgang met dieren. Ons aller gezondheid, welbevinden en voortbestaan hangt ervan af.

Ondertekenaars:

  • Prof. Dr. Noelle Aarts, Radboud Universiteit Nijmegen
  • Prof. Dr. Saskia S. Arndt, Universiteit Utrecht
  • Cebuan Bliss, MSc, Radboud University, Nijmegen
  • Leon Borgdorf MSc, Universiteit Utrecht
  • Dr. Bernice Bovenkerk, Wageningen Universiteit
  • Dr. Jeroen Candel, Wageningen Universiteit
  • Prof. Dr. Leonie Cornips, KNAW & Universiteit Maastricht
  • Prof. Dr. Marc Davidson, Radboud Universiteit Nijmegen
  • Dr. Martin Drenthen, Radboud Universiteit Nijmegen
  • Dr. Ir. Clemens Driessen, Wageningen Universiteit
  • Dr. Kári Driscoll, Universiteit Utrecht
  • Prof. Dr. Ewald Engelen, Universiteit van Amsterdam
  • Maite van Gerwen MSc, Universiteit Utrecht
  • Prof. Dr. Henkjan Honing, KNAW & Universiteit van Amsterdam
  • Prof. Dr. Yolande Jansen, Universiteit van Amsterdam & Vrije Universiteit
  • Prof. Dr. Janine Janssen, Open Universiteit Heerlen
  • Prof. Dr. Marjo van Koppen, KNAW & Universiteit Utrecht
  • Prof. Dr. Pim Martens, Universiteit Maastricht
  • Dr. Franck Meijboom, Universiteit Utrecht
  • Dr. Eva Meijer, Universiteit van Amsterdam & Wageningen Universiteit
  • Dr. Joachim Nieuwland, Universiteit Utrecht & Wageningen Universiteit
  • Dr. Rebecca E. Nordquist, Universiteit Utrecht
  • Prof. Dr. Esther Peeren, Universiteit van Amsterdam
  • Drs. Maarten Reesink, Universiteit van Amsterdam
  • Dr. Kathrin Thiele, Universiteit Utrecht
  • Dr. Anne van Veen, Radboud Universiteit
  • Mr. Dr. Janneke Vink, Open Universiteit Heerlen
  • Prof. dr. Ingrid Visseren-Hamakers, Radboud Universiteit
  • Prof. Dr. Roos Vonk, Radboud Universiteit
  • Prof. Dr. Frans B.M. de Waal, Emory University & Universiteit Utrecht
  • Dr. Harry Wels, Vrije Universiteit Amsterdam, Afrika Studiecentrum Leiden

Oeroude wijsheid voor gloednieuwe tijden

Door Wouter van Noort

“It’s difficult to have a relationship with a family member if you are killing 71 billion of them every year.” Tijd om eens wat beter te luisteren naar niet-westerse culturen, dachten we. Hoe anders is hun verhouding tot dieren en de natuur? Hoe kijken zij tegen de westerse manier van leven aan? En wat kunnen we van hen leren over een duurzame toekomst, zonder te vervallen in valse romantiek?

Hoogleraar duurzame ontwikkeling Pim Martens week af van wetenschappelijk gebaande paden en sprak vertegenwoordigers van inheemse volken uit Midden-Amerika en Afrika, stamoudsten, religieuze leiders en een Groenlandse sjamaan. Via deze link zijn de interviews te zien.

Dieren en planten zien zij niet los van mensen, maar al het leven is onderdeel van een wederzijds afhankelijk web:

“In our tradition we call the animal world the swimming ones, the crawling ones, the walking ones and the flying ones. One cannot exist without the other.”

Dieren doodslaan omdat ze even in de weg zitten, laat staan het industrieel kweken en slachten van dieren is onbegrijpelijk voor ze. En ook het disrespect dat blijkt uit ontbossing en de bioindustrie is voor hun iets wat ze totaal niet snappen.

“In Europe, we don’t see the animals. If we see it, we scare it away. We need the animal world but we are at such a big distance now.”

(Let ook op hoe zij over ons praten in de wij-vorm.)

Maar ze zijn opvallend genoeg nooit vegetarisch. Ze eten vlees, want we zijn onderdeel van het ecosysteem, en daar mag je dus ook van nemen wat je nodig hebt. Maar wel pas nadat je het levende wezen dat je doodt bedankt, en om vergeving vraagt.

Deze mensen verbazen zich over behoorlijk wat aspecten van onze cultuur, maar volgens Pim toch vooral over het feit dat we consequent méér gebruiken dan we nodig hebben. En dat we niet wat meer in contact staan met de rest van de levende wereld juist omdat wij daar zélf ook beter van worden.

“They have another power, the power of the senses. Much more strongly than we. We can communicate with these animals.”

In onze podcast laten we zijn gesprekken met deze mensen horen, indrukwekkend hun stemmen zelf te horen vind ik. Hoe verenigen we hun opvattingen met de onze? Hoe is de huidige levensstandaard te rijmen met zulke ideeën over de natuur?

Luister de hele podcast hier: Oeroude wijsheid voor gloednieuwe tijden.

Met dank aan Jessica Van Der Schalk, Ruben Pest, Gal Tsadok-Hai

KNAW commissie Planetary Health

Vereerd lid te zijn van de KNAW commissie Planetary Health die gaat inventariseren welke wetenschappelijke kennis er nodig is op het gebied van planetary health en welke prioriteiten voor kennisontwikkeling er liggen voor Nederland.

Planetary health is de interdisciplinaire benadering van het verband tussen de gezondheid en welzijn van mens en dier en de ‘gezondheid’ van de aarde. Het gaat daarbij om klimaatverandering en verlies van biodiversiteit maar bijvoorbeeld ook om grootschalige milieuvervuiling, ontbossing, erosie en andere door de mens veroorzaakte veranderingen die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Die risico’s zijn onder meer infectieziekten, problemen met voedsel- en drinkwatervoorziening, migratie en conflict en mentale gezondheid.

Voor meer informatie zie KNAW website

English

Honored to be a member of the KNAW (The Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences) Planetary Health committee, which will inventorize the scientific knowledge needed in the field of planetary health and the priorities for knowledge development for the Netherlands.

Planetary health is the interdisciplinary approach to the link between the health and well-being of human and non-human animals and the ‘health’ of the earth. This concerns climate change and loss of biodiversity, but also, for example, large-scale environmental pollution, deforestation, erosion and other man-made changes that entail health risks. Those risks include infectious diseases, problems with food and drinking water supplies, migration and conflict, and mental health.

For more information see KNAW website