Category Archives: Klimaatverandering

Voedselbossen en Klimaatverandering: Wat Zegt de Wetenschap?

Dit artikel is verschenen in het Voedselbossen Magazine, 2025, 3(3), 12-14.

Klimaatverandering is iets dat we niet langer kunnen negeren. Het is geen probleem van verre landen of toekomstige generaties: ook hier, in Nederland, krijgen we er steeds meer mee te maken. Warmere zomers, langere periodes van droogte en tegelijkertijd hevige stortbuien. Het landschap om ons heen zal veranderen en dat geldt ook voor de voedselbossen die we met zoveel zorg aanleggen.

Maar alhoewel we bij de aanleg van onze voedselbossen rekening moeten houden met een veranderend klimaat, zijn voedselbossen veerkrachtiger tegen klimaatverandering dan de traditionele landbouw. Verder spelen voedselbossen ook een rol in het dempen van de klimaateffecten. Ze kunnen helpen bij het vastleggen van CO₂, het verbeteren van de waterhuishouding en het afkoelen van onze omgeving.[i]

Laten we beginnen met de opslag van CO₂ – een van de belangrijkste broeikasgassen. Wereldwijd laten metingen zien dat voedselbossen – of breder: boslandbouw[ii] – veel meer koolstof kunnen opslaan dan reguliere landbouw. In tropische gebieden bijvoorbeeld slaan sommige voedselbossen meer dan 300 ton koolstof op per hectare.[iii] Dat is een gigantische hoeveelheid, zeker als je het vergelijkt met monoculturen waar veel minder koolstof in de bodem en in de planten zit. Bomen, struiken en bodembedekkers werken daar samen als een soort natuurlijke spons voor CO₂.

En hoe zit dat dan in Nederland? Hier zijn de cijfers iets bescheidener. Volgens het Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen[iv] kunnen onze voedselbossen na dertig jaar zo’n 180 ton CO₂ per hectare hebben vastgelegd. Per jaar komt dat neer op minstens 6 ton CO₂-opslag per hectare. Vooral de oudere en rijker gestructureerde voedselbossen doen het goed. Het zijn de systemen met een gevarieerde opbouw – geen strakke rijen, maar een gelaagd bos – die het meeste bijdragen.

Ook als het gaat om waterregulatie doen voedselbossen het goed. In tropische gebieden heeft men al vastgesteld dat boslandbouw de erosie flink vermindert en dat de bodem het regenwater beter kan opnemen. In sommige gevallen halveert de erosie vergeleken met monoculturen, en het water dat valt wordt beter vastgehouden in de bodem.[v] Hier in Nederland zien we hetzelfde patroon op zandgronden: daar trekken regenbuien beter de bodem in en blijft het water langer beschikbaar voor planten. Dat kan in tijden van droogte het verschil maken en helpt bovendien om wateroverlast na stortbuien te beperken.

En dan het verkoelende effect. In de tropen is gemeten dat voedselbossen de temperatuur omlaag brengen. Ze zorgen ervoor dat het overdag minder heet wordt en dat de temperatuur ’s nachts minder snel daalt. Ook houden ze de luchtvochtigheid wat hoger.[vi] In Nederland is daar nog weinig over bekend, maar het is aannemelijk dat onze voedselbossen – net als gewone bossen – eenzelfde dempend effect op temperatuurverschillen hebben. Dat zou in de toekomst weleens heel belangrijk kunnen worden in een warmer en extremer klimaat.

Toch moeten we eerlijk zijn: er is nog veel dat we niet weten. Hoe snel slaan voedselbossen koolstof op als ze net zijn aangeplant? Alhoewel voedselbossen op voormalige akkers relatief snel koolstof kunnen opslaan, hangt het dit sterk van de beginsituatie af. Hoe werkt het precies in verschillende bodemsoorten? De bodemtextuur (zand, leem, klei) is de belangrijkste factor voor koolstofopslag en andere bodemparameters. Voedselbossen op zandgrond slaan gemiddeld minder koolstof op dan die op leem- en kleibodems. De trends over tijd en per bodemtype is nog niet goed zichtbaar en nader onderzoek is dan ook nodig. En hoe groot is het verkoelende effect in Nederland? Duidelijk is dat voedselbossen ecosysteemdiensten[vii] leveren zoals het bufferen van weersextremen, maar harde data over temperatuur- of microklimaateffecten ontbreken. De wetenschap is nog volop bezig met het beantwoorden van die vragen.

Maar terwijl we wachten op meer cijfers, is het volgend al duidelijk. Voedselbossen maken zichtbaar hoe we voedsel kunnen produceren op een manier die de natuur niet uitput, maar juist versterkt. Ze verkorten de weg van veld tot bord: er is minder transport nodig, we eten meer met de seizoenen mee en kiezen vaker lokaal. Ook worden in een voedselbos geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt.  Dat alles bij elkaar zorgt ook weer voor minder CO₂-uitstoot.

Dus ja, voedselbossen zijn misschien niet het wondermiddel dat in één klap de klimaatcrisis oplost. Maar ze zijn wel een stukje van de puzzel – én een prachtige manier om ons landschap én ons denken toekomstbestendig te maken.


[i] Zie bijvoorbeeld: Albrecht, S. and Wiek, A. “Food Forests: Their Services and Sustainability.”  Journal of Agriculture, Food Systems, and Community Development, 10(3), 2021. https://doi.org/10.5304/jafscd.2021.103.014

[ii] Boslandbouw (agroforestry) is een landbouwsysteem waarbij bomen, struiken, gewassen en soms vee bewust gecombineerd worden op één perceel, zodat ze elkaar aanvullen en samen bijdragen aan productie, biodiversiteit en ecosysteemdiensten zoals koolstofopslag, waterbeheer en bodemverbetering.

[iii] Zie bijvoorbeeld:

  • Gusli, S., et al. “Soil Organic Matter, Mitigation of and Adaptation to Climate Change in Cocoa–Based Agroforestry Systems.” Land, 9(9) 2020.  https://doi.org/10.3390/land9090323
  • Lingling S., et al. “Agroforestry Systems: Meta‐analysis of Soil Carbon Stocks, Sequestration Processes, and Future Potentials.” Land Degradation and Development, 29(11), 2018. https://doi.org/10.1002/ldr.3136

[iv] Nationaal Monitoringsprogramma Voedselbossen https://www.monitoringvoedselbossen.nl/

[v] Zie bijvoorbeeld: M. Muchane, et al. Agroforestry Boosts Soil-Health in the Humid and Sub-Humid Tropics: A Meta-Analysis.” Agriculture, Ecosystems & Environment, 295, 2021.https://doi.org/10.1016/j.agee.2020.106899

[vi] Zie bijvoorbeeld:

  • Niether, W. et al. “Cocoa Agroforestry Systems Versus Monocultures: A Multi-Dimensional Meta-Analysis.” Environmental Research Letters, 15(10), 2020. https://doi.org/10.1088/1748-9326/abb053
  • Jung, d.R. and Vendrametto, O.  “Agroforestry for Food Security and Public Health: A Comprehensive Review.” International Journal of Environmental Research and Public Health, 22(2), 2025. 645; https://doi.org/10.3390/ijerph22040645

[vii] Ecosysteemdiensten zijn de voordelen die mensen ontvangen van ecosystemen, zoals voedsel, drinkwater, klimaatregulatie, schone lucht, vruchtbare bodem en recreatiemogelijkheden.

Beelden als bouwstenen voor een duurzame toekomst op het platteland

(Veel dank aan Alette Opperhuizen (voor deze tekst en coördinatie van het living lab Noordoost-Brabant), en het Brabant- en MANTRA team!)

Op 24 april en 29 mei was Natuurcentrum de Specht in Handel het toneel van de eerste bijeenkomsten van het living lab Noordoost-Brabant. Dit initiatief is onderdeel van het MANTRA onderzoek naar klimaatadaptatie en gezondheid in landelijk gebied. Meer weten over het living lab? Neem contact op met Alette Opperhuizen (alette.opperhuizen@wur.nl).


Op het platteland zijn grote veranderingen gaande door klimaatverandering en de maatregelen die nodig zijn om daarmee om te gaan. In Noordoost-Brabant kwamen diverse partijen uit de regio daarom samen in hun eerste living lab. Samen maken zij, in een reeks bijeenkomsten, een reis van het heden naar de toekomst en maken zo concrete plannen en acties voor de leefbaarheid op het platteland en de impact van klimaatverandering.

In Noordoost-Brabant kwamen beleidsmakers, buurtbewoners, zorgverleners, dorpsondersteuners, boeren, ondernemers, onderzoekers, adviseurs, vrijwilligers en kunstenaars onlangs tweemaal bijeen om te brainstormen over een duurzame toekomst. Om te laten zien hoe het Mantra-onderzoek wil bijdragen aan de ontwikkeling van een leefbaar landelijk gebied, deelden drie onderzoekers in een eerste bijeenkomst een aantal inzichten. Zij lieten zien hoe bewoners, lokale organisaties en gemeenten met het thema klimaatadaptatie en gezondheid aan de slag kunnen.


Wat is een living lab? In een ‘living lab’ komen inwoners, beleidsmakers, ondernemers, onderzoekers, natuurorganisaties, en andere diverse organisaties en verenigingen samen. Ieder met andere kennis, vaardigheden, motivaties, beleefwerelden en verwachtingen. Het is een plek waar we ons samen gaan buigen over een vraag die moeilijk is – hoe maken we, onder de druk van klimaatverandering, een gezonde leefomgeving op het platteland voor mens, plant en dier? – en waar geen simpel antwoord voor gevonden kan worden. Het is ook een plek waarin we vooral nog niet weten hoe het allemaal moet, maar waar we wel iets bij voelen. We gaan dus experimenteren met de vraag hoe we het platteland gezonder en klimaatbestendiger kunnen maken voor de toekomst. De deelnemers van het living lab in Brabant werken toe naar een expositie die huidige en toekomstige denkbeelden laat zien, een nieuwe manier van werken om als overheden, bedrijven en burgers in actie te komen voor een gezonde leefomgeving – voor mens, plant en dier.


Beelden voor een klimaatbestendige toekomst

Beelden spelen een centrale rol in het living lab, en er is dan ook een belangrijke rol weggelegd voor illustrator Helmich Jousma. Maar ook het luisteren naar elkaar en naar de zorgen en de hoop van de ander over de leefbaarheid op het platteland en hoe deze geraakt wordt door klimaatverandering. De deelnemers gingen daarom in een tweede bijeenkomst in gesprek over de tekeningen die zij zelf maakten en die betrekking hebben op de huidige denkwerelden over de leefwereld op het platteland. Iedere deelnemer deelde diens eigen perspectief van gezondheid en de invloed daarop van de leefomgeving. Dit hielp om verschillen in visie of verwachtingen te overbruggen.

Vanuit de verschillende losse beelden werkten de betrokkenen vervolgens toe naar een gezamenlijk ‘hoopbeeld’ (via 3D modellering). De kracht daarvan ligt in het feit dat deelnemers vertrouwen op hun handen in plaats van op gebruikelijke manieren van denken, om zo nieuwe inzichten te ontdekken. Dit leverde mooie gesprekken op, en inzichten over ons beeld op het platteland en waar onze pijn zit, maar ook wat deelnemers zouden willen oplossen. Deze denkwerelden zijn prachtig uitgebeeld door Helmich Jousma.

Waarom is omgaan met klimaatverandering zo lastig?

Het gros van de Nederlanders maakt zich zorgen om de veranderingen in ons klimaat. Maar denken over de toekomst is ingewikkeld en soms beangstigend. Ons klimaat verandert langzaam en dit heeft invloed op de natuur en op ons als mensen, bijvoorbeeld fruitbomen die eerder bloeien met gevolgen voor bestuiving en voedsel voor insecten op het juiste moment. Maar het heeft ook direct invloed op de gezondheid van mensen, bijvoorbeeld door extreme hitte maar ook door de zorgen die mensen zich over deze ontwikkelingen maken.

Ondanks onze zorgen ondernemen we– burgers, bedrijven en overheden – maar weinig actie met elkaar. Waarom is dat? Het simpelere antwoord is: onze hersenen zijn niet gemaakt voor dit ‘soort’ grote problemen. Het ingewikkelde antwoord: onze hersenen ontwikkelden zich in een tijd waarin mensen zich grotendeels zorgen maakten over hun directe omgeving (genoeg voedsel) en gevaren (roofdieren). We zijn dus ingesteld op risico’s direct om ons heen. En de meeste gevolgen van klimaatverandering liggen in de toekomst. De lange periode en geleidelijkheid van de veranderingen van het klimaat maakt het voor ons lastig om tot actie over te gaan. Om in zo’n complexe situatie echt impact te hebben is het nodig om krachten te bundelen en die gezamenlijke inzet richting te geven.

Daarvoor is een gedeelde toekomstvisie nodig, voor de nodige focus, en een positieve insteek. In de volgende drie bijeenkomsten gaan de betrokkenen verder met elkaar werken aan hun ideaalwereld op het toekomstige platteland en welke acties ze daarvoor met elkaar willen uitvoeren.

Planetaire Gezondheid: het recept voor een duurzame toekomst

Het concept van Planetaire Gezondheid is vaak te antropocentrisch. De nadruk ligt dan voornamelijk op de gevolgen voor onze gezondheid door mondiale verstoringen van het milieu. Meer nadruk op de gezondheid van onze planeet is nodig, en het besef dat de gezondheid van de mens uiteindelijk afhankelijk is van de gezondheid van de planeet. Bijvoorbeeld, klimaatverandering en het afnemen van biodiversiteit zijn ongezond voor de aarde en alles wat erop leeft, inclusief mensen. Het vakgebied van Planetaire Gezondheid is echter nog meer dan dat. Het is niet alleen het besef dat alles met elkaar verbonden is, maar ook het besef dat het niet genoeg is om de planeet ‘zoals die is’ te houden. Er moet positieve, regeneratieve ontwikkeling plaatsvinden. Dit kan echter niet zonder dat we anders gaan denken over onze plaats hier op aarde. Gezonde menselijke samenlevingen kunnen niet bestaan op een stervende planeet. We moeten ons dus verwonderen en weer opnieuw verbinden met de natuur. Als je de aarde respecteert, respecteer je het leven en respecteer je jezelf.

Meer over deze publicatie hier: Martens, P. (2023). Planetaire Gezondheid: het recept voor een duurzame toekomst. Quintesse, 12 (4), 12-19.

Climate Change can Exaggerate the Effect of Ozone on Cardiovascular Mortality

Ozone is one of the main air pollutants, and is a global health hazard. Ozone increases the short-term risks of the worldwide total mortality and attribute to about 63 million of mortality around the world. The health effects of ozone are demanding more attention because of its high concentration and the larger influence of climate change in the future.

Ambient ozone pollution becomes critical in China, as in many places in the world. Conclusions on the short-term effects of ozone on cardiovascular mortality have been controversial and limited on cause-specific cardiovascular mortalities and their interactions with season and temperature.

This research aimed to investigate the short-term effects of ozone and the modifications of season and temperature on cardiovascular mortality in China. Higher temperature, particularly extreme heat, rather than warm season, could significantly enhance the adverse effects of ozone on cardiovascular mortality in population under 65 years old. The revealed cardiovascular impacts of ozone below current (national) standards of air quality urges for improved standards and interventions in China, and other places with similar interactions.

Read the full paper here: Gao, P., Wu, Y., He, L., Wang, L., Fu, Y., Chen, J., Zhang, F., Krafft, T. & Martens, P. (2023). Adverse short-term effects of ozone on cardiovascular mortalities modified by season and temperature: a time-series study. Frontiers in Public Health, 11, DOI: doi.org/10.3389/fpubh.2023.1182337

Some like it hot?

Maastricht – 39,5 graden Celsius

30 jaar geleden begon ik aan mijn promotieonderzoek over de gevolgen van klimaatverandering op onze gezondheid. Met een integraal klimaat- en gezondheidsmodel, MIASMA, berekende ik de gevolgen van klimaatverandering op infectieziekten en de sterfte ten gevolge van hittestress. Later, als hoogleraar, begeleidde ik promovendi die keken naar de effecten van klimaatverandering op toerisme en op onze rivieren. Met andere Europese Universiteiten modelleerden we in het begin van deze eeuw de verspreiding van dierenziekten, zoals blauwtong bij schapen. Op veel van onze projecties werden cynisch gereageerd (net zoals op onze projectie (van jaren terug) dat een volgende pandemie weleens een zoönose kon zijn (wij noemden het toen ‘panic virus’)). Helaas zijn de meeste voorspelling uitgekomen. In de toekomst zal het verlies van biodiversiteit nog grotere effecten met zich meebrengen. Daarom wordt het nu tijd om die modellen te gaan weerleggen. Niet door de wetenschap te ontkennen, maar door het Antropoceen achter ons te laten. Met voldoende daadkracht en creativiteit kunnen we nog veel ten goede veranderen. Laten we hopen dat deze voorspelling ook uitkomt.

Vacancies: Climate change health impacts, vulnerability and opportunities

PhD-candidate and post-doc Climate change health impacts, vulnerability and opportunities

We are looking for an enthusiastic PhD and post-doc researcher on healthy climate adaptation.

Healthy climate adaptation is a key prerequisite for achieving a natural and vital rural environment. Addressing the physical and mental health impacts of climate change in rural areas requires a system-based approach that accounts for the fact that these impacts are mediated by changes in population, agriculture, nature and biodiversity. Vulnerability is a function of the extent to which individuals/populations are sensitive to direct and indirect climate change impacts and of the capacity of the population, agriculture, nature and biodiversity to adapt in a healthy way to new climate conditions. Human population vulnerability is highly dependent on socio-economic, demographic and technical context, while vulnerability of agriculture, nature and biodiversity are mostly determined by local conditions, such as (extreme) weather conditions, nutrients and water availability.

To date, however, there is relatively little (empirical) knowledge on the vulnerability of human health to climate change and adaptation measures within this broader web of demographic, socio-economic, technical, nature, biodiversity and agricultural developments. Using a system perspective, we will explore how climate impacts and adaptation measures will affect human health and its interrelations with agriculture, nature and biodiversity. In doing so, we will identify the most important challenges for future health and well-being in each of the selected rural regions. For the human population we will explore future climate scenarios, accounting for possible trends in risk factors, and identify at-risk groups within the selected regions in support of rural climate adaptation measures.

The PhD and post-doc will work closely together to:

  • Develop an integrated health impact assessment protocol for, and gain insight in (health) consequences of climate change for people and their living environment in the three selected rural regions, including a description of vulnerable groups in these regions.
  • Gain insight in mechanisms of climate adaptation measures and interrelations between different transition tasks related to different sectors (health, agriculture, biodiversity) by developing a theoretical framework between healthy climate adaptation measures and potential impacts.
  • Develop practical guidelines for incorporation of these health considerations and vulnerabilities in decision making, to be used on a regional rural level.

The post-doc will be co-responsible for project leadership.

Both PhD and post-doc projects are embedded within the larger transdisciplinary NWO funded MANTRA project (CliMate AdaptatioN for HealTy Rural Areas ). MANTRA aims to develop an innovative system approach that integrates rural priorities for climate change with health risks and opportunities for local communities. It will co-create data, assessments, measures and interventions for healthy climate adaptation in 3 rural living labs. The MANTRA projects involves different disciplines (health, climate, ecology, governance) and various actors such as universities, applied science institutes, assessment agencies, organizations for societal issues and citizen participation, health organizations and various regional stakeholders.

The candidates will be based at Maastricht University College, Venlo, The Netherlands. The supervisor-team will be led by Prof.  Pim Martens

Who are you?

We are looking for candidates who:

  • have a master’s degree (or is near completion of a master program) for the PhD position / have a PhD degree (or is near completion of a PhD for the post-doc position) in the field of Public Health, Sustainability or Environmental  Sciences, Interdisciplinary Science, or another relevant field;
  • has affinity with climate adaptation and health issues;
  • the PhD likes to engage in transdisciplinary research, collaborating with both scientists from across disciplines and societal actors; the post-doc should have experience in participatory research and co-creation processes.
  • is able to perform tasks independently and in teams, has good organization, communication and writing skills, and is fluent in both English and Dutch (For this position your command of the English language is expected to be at C1 level).

Do you want more information?
For more information about this position, please visit Academic Transfer via these links for the PhD-position and postdoc-position.

Oeroude wijsheid voor gloednieuwe tijden

Door Wouter van Noort

“It’s difficult to have a relationship with a family member if you are killing 71 billion of them every year.” Tijd om eens wat beter te luisteren naar niet-westerse culturen, dachten we. Hoe anders is hun verhouding tot dieren en de natuur? Hoe kijken zij tegen de westerse manier van leven aan? En wat kunnen we van hen leren over een duurzame toekomst, zonder te vervallen in valse romantiek?

Hoogleraar duurzame ontwikkeling Pim Martens week af van wetenschappelijk gebaande paden en sprak vertegenwoordigers van inheemse volken uit Midden-Amerika en Afrika, stamoudsten, religieuze leiders en een Groenlandse sjamaan. Via deze link zijn de interviews te zien.

Dieren en planten zien zij niet los van mensen, maar al het leven is onderdeel van een wederzijds afhankelijk web:

“In our tradition we call the animal world the swimming ones, the crawling ones, the walking ones and the flying ones. One cannot exist without the other.”

Dieren doodslaan omdat ze even in de weg zitten, laat staan het industrieel kweken en slachten van dieren is onbegrijpelijk voor ze. En ook het disrespect dat blijkt uit ontbossing en de bioindustrie is voor hun iets wat ze totaal niet snappen.

“In Europe, we don’t see the animals. If we see it, we scare it away. We need the animal world but we are at such a big distance now.”

(Let ook op hoe zij over ons praten in de wij-vorm.)

Maar ze zijn opvallend genoeg nooit vegetarisch. Ze eten vlees, want we zijn onderdeel van het ecosysteem, en daar mag je dus ook van nemen wat je nodig hebt. Maar wel pas nadat je het levende wezen dat je doodt bedankt, en om vergeving vraagt.

Deze mensen verbazen zich over behoorlijk wat aspecten van onze cultuur, maar volgens Pim toch vooral over het feit dat we consequent méér gebruiken dan we nodig hebben. En dat we niet wat meer in contact staan met de rest van de levende wereld juist omdat wij daar zélf ook beter van worden.

“They have another power, the power of the senses. Much more strongly than we. We can communicate with these animals.”

In onze podcast laten we zijn gesprekken met deze mensen horen, indrukwekkend hun stemmen zelf te horen vind ik. Hoe verenigen we hun opvattingen met de onze? Hoe is de huidige levensstandaard te rijmen met zulke ideeën over de natuur?

Luister de hele podcast hier: Oeroude wijsheid voor gloednieuwe tijden.

Met dank aan Jessica Van Der Schalk, Ruben Pest, Gal Tsadok-Hai

DiCaprio heeft meer bereikt dan klimaatwetenschappers

Symposium over activisme in de wetenschap

Tekst door Maurice Timmerman, gepubliceerd in de Observant

Kun je als wetenschapper tegelijk een activist zijn? Komt je onafhankelijkheid dan niet in het geding? En wat als je met je wetenschappelijke bevindingen andere activisten tegen de haren in strijkt en je inbox volstroomt met haatmails?

Het zijn vragen die afgelopen dinsdag aan bod kwamen tijdens een online UM-symposium, op touw gezet door het Platform voor Onderzoeksethiek en Integriteit en het Platform for Community-Engaged Research. 

Recordings of a livestream discussion about the tension between activism and academic research.

Een van de drie panelleden, onderzoeker Astrid Offermans, vindt dat academici bij hun leest moeten blijven. “We moeten betrouwbare kennis leveren, waarbij we ons onafhankelijk opstellen en open staan voor andere perspectieven. Dat doen activisten niet. Het gevaar is dat activistische wetenschappers aandacht belangrijker vinden dan methodologische zuiverheid, dat ze willen overtuigen in plaats van analyseren, een sexy verhaal voor het voetlicht brengen in plaats van de eerlijke, saaie waarheid.

Jane Goodall

De andere twee panelleden zijn het daar niet mee eens. Pim Martens, hoogleraar duurzame ontwikkeling, noemt zichzelf een ‘scientivist’. “Dat is een publieke intellectueel, denk aan Einstein, die het als een morele verplichting ziet om zich als burger in te zetten voor een betere wereld. Of Jane Goodall die haar leven lang chimpansees bestudeerde en het later opnam voor deze dieren, die benadrukte dat ze net als mensen een emotioneel leven hebben, met waardevolle relaties.”

Wetenschappers twijfelen voortdurend, doet Martens dat ook als activist, vraagt spreekstalmeester Teun Dekker, hoogleraar filosofie aan het University College. 

Zeker, zegt de duurzaamheidsprof. “Ik vraag me weleens af of ik met een mars moet meelopen, of ik blogs over een onderwerp moet publiceren. De grens tussen wetenschap en activisme is soms delicaat.

Farmaceut

Het derde panellid, Maurice Zeegers, hoogleraar epidemiologie, schaart zich achter Martens. “Ik zou haast willen zeggen: alle activisten zouden wetenschappers moeten zijn. Zoeken naar waarheid, zoals Offermans dat benadrukte, gaat goed samen met engagement, maar ook met onderzoek voor het bedrijfsleven. Ik werk op dit moment samen met een advocatenkantoor dat een zaak aanspant tegen een farmaceut.”

Dekker: “Hoe leg je uit dat je wel hun geld accepteert, maar niet per se zegt wat ze willen horen?”

Zeegers: “De bedrijven waar ik voor werk, willen juist die wetenschappelijke conclusie horen, ook als het ze niet uitkomt. Die integriteit is wat wetenschap waardevol maakt.

Gestalkt

Wat als je als ‘scientivist’ te maken krijgt met groepen die je wetenschappelijke conclusies van tafel vegen, vraagt iemand uit de ‘zaal’? “De nachtmerrie van elke wetenschapper”, zegt Dekker , “dat je tienduizend e-mails op je dak krijgt, die niet allemaal even prettig zijn.”

Toch deelt ook Zeegers zijn resultaten op sociale media. “Het is belangrijk om met je poten in de modder te staan, om te begrijpen wat er speelt in de samenleving. En ja, bevindingen die mensen tegen de haren in strijken, moet je ook plaatsen. Als ze maar wetenschappelijk aan de eisen voldoen.”

Martens: “Je hebt niet alles in de hand. Soms verstuur je een tweet, net iets te snel, en dan blijkt dat die een eigen leven gaat leiden. Maar goed, als je werk je passie is, dan wil je dat ook op sociale media delen. Niemand wordt graag gestalkt, maar dat is niet alleen een angst van wetenschappers, maar ook van politici. Het voordeel is dat je als wetenschapper een betrouwbare bijdrage kunt leveren aan discussies.”

Als epidemioloog krijgt Zeegers in deze tijden van corona vaak vragen over vaccinaties. “Je ziet dat de samenleving steeds meer gebruik maakt van wetenschap. En de studies die in de media passeren, kan ik in perspectief plaatsen. Ik vind dat mijn plicht.”

Vele waarheden

Nieuwe vraag uit de zaal, aldus Dekker. “We hebben de mond vol van objectiviteit, waarheid, onafhankelijkheid. Waarom geven we niet gewoon toe dat dit niet bestaat? Is het in stand houden van de pretentie niet gevaarlijker dan toegeven?”

Offermans: “Ik snap wat hier wordt bedoeld, maar ik denk dat de wetenschappelijke zuiverheid en analyse het verschil maken. Zijn er één of vele waarheden, over die vraag kun je lang debatteren, maar zolang je de werkelijkheid academisch benadert is het prima.”

Zeegers: “Objectiviteit bestaat inderdaad niet, iedereen is bevooroordeeld, dat denk ik ook. Maar dat betekent niet dat we niet meer op onze wetenschappelijke methoden kunnen vertrouwen.”

Wereldvrede

Dat wetenschappers ijveren voor een goede zaak vindt Offermans prima, maar liever niet op hetzelfde terrein waarop ze onderzoek doen. “Ik zou dat scheiden.”

Dat lukt niet altijd, zegt Martens. “In een interview word je toch vaak op beide rollen aangesproken. Maar waarom zou je je intellectuele kracht niet gebruiken als activist? Ieder zijn eigen expertise, en als dat gezag oplevert, waarom niet?”

Einstein is daar een goed voorbeeld van, zegt Dekker. “Een groot natuurkundige, maar wat wist hij nou van de wereldvrede, waar hij zich zo voor inzette?”

Martens: “Wat weet Leonardo DiCaprio van klimaatverandering? Maar toen hij daar een paar jaar geleden een speech over gaf, gebeurde er iets. Hij heeft in ieder geval meer bereikt dan ik en mijn collega’s met al onze vakartikelen. Want de klimaatboodschap, die nu gemeengoed is, probeerden wij dertig jaar geleden al aan de man te brengen. Niemand luisterde toen, heel frustrerend.”

Eerlijk

Volgende vraag: hoe belangrijk is objectiviteit en onafhankelijkheid als ondertussen de planeet in brand staat?

“Het illustreert hoe impopulair mijn stellingname is”, zegt Offermans. “Maar er zijn alternatieven. Je kunt je ook opstellen als een eerlijke beurshandelaar, en alle opties en scenario’s laten zien vanuit wetenschappelijk perspectief. Daar hebben beleidsmakers veel baat bij.” 

Maar hoe houd je jezelf op het eerlijke pad, vraagt Dekker.

Martens: “Mijn ervaring is dat zo goed als alle onderzoekers eerlijk zijn.”

Dekker: “Uit een enquête bleek onlangs dat 52 procent van de onderzoekers toegeeft niet altijd volledig integer te zijn. Hoe kan een universiteit eerlijkheid stimuleren?” 

Zeegers: “Dan moet je ook naar de cultuur kijken, en daarbij spelen bijvoorbeeld zaken als werkdruk een rol. Maar buitengewoon belangrijk is dat je als onderzoeker een goede mentor bent en het goede voorbeeld geeft aan je promovendi. Er zijn trouwens ook survey’s waaruit blijkt dat 98 procent van de wetenschappers integer is. Onderzoekers zijn, denk ik, goede mensen.”

Dekker: “Maar wel mensen. Die soms struikelen.”

KNAW commissie Planetary Health

Vereerd lid te zijn van de KNAW commissie Planetary Health die gaat inventariseren welke wetenschappelijke kennis er nodig is op het gebied van planetary health en welke prioriteiten voor kennisontwikkeling er liggen voor Nederland.

Planetary health is de interdisciplinaire benadering van het verband tussen de gezondheid en welzijn van mens en dier en de ‘gezondheid’ van de aarde. Het gaat daarbij om klimaatverandering en verlies van biodiversiteit maar bijvoorbeeld ook om grootschalige milieuvervuiling, ontbossing, erosie en andere door de mens veroorzaakte veranderingen die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Die risico’s zijn onder meer infectieziekten, problemen met voedsel- en drinkwatervoorziening, migratie en conflict en mentale gezondheid.

Voor meer informatie zie KNAW website

English

Honored to be a member of the KNAW (The Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences) Planetary Health committee, which will inventorize the scientific knowledge needed in the field of planetary health and the priorities for knowledge development for the Netherlands.

Planetary health is the interdisciplinary approach to the link between the health and well-being of human and non-human animals and the ‘health’ of the earth. This concerns climate change and loss of biodiversity, but also, for example, large-scale environmental pollution, deforestation, erosion and other man-made changes that entail health risks. Those risks include infectious diseases, problems with food and drinking water supplies, migration and conflict, and mental health.

For more information see KNAW website

Mens-dierrelatie, zoönosen en de recente COVID-19 pandemie

Onze gezondheid is afhankelijk van biodiversiteit. Wij zijn afhankelijk van ecosystemen en de diensten die deze ecosystemen aan ons geven. Gezondheid van dieren, mensen en planten hangt met elkaar samen. Het één kun je niet los zien van het andere. Duurzaamheid en dieren hebben alles met elkaar te maken.

Bekijk hier het interview wat ik onlangs had met de Nicolaas G. Pierson Foundation over mens-dierrelatie, zoönosen en de COVID-19 pandemie.